Indicatoren bij brand
Jouw inzetmogelijkheden hangen samen met de kenmerken van het gebouw, de brand en de mensen in het gebouw, en de (on)mogelijkheden om een inzet te doen.
Om een goede risico-afweging te kunnen maken, heb je voldoende informatie nodig. Je moet altijd beseffen dat rookverspreiding en branduitbreiding steeds veranderen en dat risico's zeer snel kunnen wijzigen. Bij elk besluit moet je daar rekening mee houden. Het op de juiste manier vooruitlopen op de rook- en brandontwikkeling, levert veiligheidswinst op.
Je moet de consequenties van je handelen kunnen overzien in de tijd. Hierbij kan je gebruik maken van de aanpak 'kijken, denken, doen, controleren'. Jouw kennis over het verloop van rook en brand en de indicatoren bij brand kunnen je helpen om een onderbouwde beslissing te nemen.
Indicatoren zijn zichtbare, voelbare en hoorbare informatiebronnen die je helpen bepalen met welke rook- en brandrisico's je te maken hebt. Het gaat dan om een inschatting van de rook, vlammen, hitte, irritatie door rook en of je nog iets kan zien. Je zal in elke situatie zelf de risico's moeten inschatten. De indicatoren zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel.
Bij brand kun je verschillende situaties tegenkomen:
- de brand is zichtbaar;
- de brand is niet zichtbaar, maar achter een gesloten deur zonder raam.
De brand is zichtbaar
Als je de rook en brand direct ziet zonder een deur te hoeven openen, kan je met de indicatoren rookverspreiding en grootte van de brand bepalen wat je inzetmogelijkheden zijn. Als je eerst een deur door moet, zijn er nog een aantal andere indicatoren. Er zijn verschillende situaties met rook en vlammen mogelijk. Wanneer is het nog veilig om een bluspoging te doen? Onderstaande situaties zijn versimpelde situsaties: in de praktijk kan de situatie bij brand snel veranderen.
Rookontwikkeling:
1. Kleine hoeveelheid rook uit een brandend voorwerp
2. De rook vormt een dunne laag aan het plafond, ruim boven de lengte van een volwassen persoon
3. De rook vormt een dikkere laag aan het plafond, net boven het hoofd van een volwassen persoon
4. De rook vormt een dikke laag aan het plafond, tot aan de schouders van een volwassen persoon
5. De rook heeft de ruimte gevuld.
Grootte van de brand:
1. Vlam zo groot als een hand
2. Vlamlengte is ongeveer gelijk aan armlengte
3. Vlamlengte is ongeveer gelijk aan lengte volwassen persoon
4. Vlammen bereiken het plafond
5. Vlammen lopen langs het plafond
Wanneer kan je een bluspoging doen?
Onder welke omstandigheden kan de bhv nog iets doen? Wat zijn de mogelijkheden om te blussen? Wat zijn de mogelijkheden om mensen in veiligheid te brengen die dit zelf niet kunnen? Experts van de brandweer adviseren om bij een bhv-inzet niet verder te gaan dan de volgende situaties:
Rookontwikkeling: de rook vormt een dunne laag aan het plafond, ruim boven de lengte van een volwassen persoon
Grootte van de brand: vlamlengte is ongeveer gelijk aan armlengte
Als de rook OF de vlammen groter zijn, moet je de deur van de brandruimte sluiten 1-1-2 bellen en starten met ontruimen.
Brand achter een gesloten deur
Als je om de situatie te beoordelen eerst een deur open moet doen, kan je gebruik maken van de indicatoren in onderstaand overzicht. Als het antwoord op een van de indicatoren 'ja' is, is het risico te groot voor de bhv. Je kan dan alleen de brandweer alarmeren (als dit nog niet is gebeurd) en starten met ontruimen.
Is het antwoord op een indicator 'nee', dan kan je door naar de volgende indicator. Je hoeft niet alle indicatoren af te lopen als bij de eerste indicator direct al duidelijk is dat het risico te groot is voor je eigen veiligheid.
Als er al direct irritatie is door rook en/of te weinig zicht, moet je direct starten met ontruimen en 1-1-2 alarmeren.
Indicatoren bij brand:
Indicator 1: Is de deur te heet?
Indicator 2: Is de hitte buiten de ruimte te bedreigend? Dan zullen de vlammen groter zijn dan armlengte.
Indicator 3: Is er irritatie door te veel rook? Dan zal er meer rook zijn dan een dunne laag aan het plafond, ruim boven de lengte van een volwassen persoon.
Indicator 4: Bij het ingaan van de ruimte: Is er te veel hitte in de ruimte? Dan zullen de vlammen groter zijn dan armlengte.
Indicator 5: Is er geen of te weinig zicht? Dan zal er meer rook zijn dan een dunne laag aan het plafond, ruim boven de lengte van een volwassen persoon.
In alle situaties bij brand is het belangrijk om bij het verlaten van de brandruimte altijd de deur van de brandruimte te sluiten! Uit onderzoek blijkt dat het openlaten van de deuren leidt tot verspreidingvan de rook en uitbreiding van de brand.
