Rol van de bhv bij het vergroten van de zelfredzaamheid
Als bhv'er kan je het gedrag van de mensen in een gebouw beïnvloeden zodat hun zelfredzaamheid groter wordt en de ontruiming veilig verloopt. Je kan een aantal zaken regelen in de voorbereiding op een ontruiming, maar ook tijdens een ontruiming kan je door jouw handelen invloed uitoefenen op een veilig verloop.
Voorbereiding op een ontruiming
Instructie en voorlichting aan medewerkers
Kennis over de brandveiligheidsvoorzieningen en ontruimingsprocedure en -middelen is nodig voor een succesvolle ontruiming Als medewerkers worden voorgelicht over wat te doen bij een incident en ook daadwerkelijk oefenen, is iedereen voorbereid en wordt de zelfredzaamheid vergroot. Voorlichting aan en instructie van medewerkers over het handelen bij een incident is een wettelijke verplichting (Arbowet, artikel 8). Medewerkers moeten weten wie de bhv'ers zijn, wat hun taken zijn bij een ontruiming en hoe zij een incident moeten melden, en hoe de bhv wordt gealarmeerd. In het bedrijf moeten afspraken zijn gemaakt over de bevoegdheden en taken van de bhv. Iedereen binnen het bedrijf moet hiervan ook op de hoogte zijn er ernaar handelen.
Medewerkers moeten zijn voorgelicht en geïnstrueerd zodat zij zelfstandig het pand kunnen verlaten via de aangegeven vluchtroutes.
Medewerkers kunnen de bhv ook helpen, bijvoorbeeld door niet of verminderd zelfredzamen personen te helpen bij het verlaten van het gebouw.
Zorg dat vluchtroutes en nooduitgangen vrij zijn van obstakels
Als een noodtrappenhuis in het dagelijks gebruik niet als trappenhuis wordt gebruikt, wordt het soms gebruikt als opslagruimte. Dit betekent dat het trappenhuis in een noodsituatie niet of maar beperkt gebruikt kan worden. Een oplossing is om het noodtrappenhuis als normale uitgang te gebruiken.
Het is verstandig als de bhv regelmatig een ronde door het gebouw doet om te controleren of de vluchtroutes en nooduitgangen worden vrij gehouden. Als dit niet het geval is, wijs medewerkers hier dan op en leg uit waarom het belangrijk is dat de vluchtroutes altijd vrij toegankelijk zijn.
Maak gebruik van een ontruimingsalarminstallatie met mededeling
Mensen blijken eerder in actie te komen als de ernst van de situatie wordt toegelicht en er niet alleen maar een slow-whoop afgaat. Heldere instructies over wat mensen moeten doen, helpen hierbij. Dat is mogelijk door een ontruimingsalarminstallatie te gebruiken waarmee je een mededeling kan doen zoals "Er is brand, verlaat het gebouw via de vluchtroutes"en "Volg de aanwijzingen van de bhv op".
Niet of verminderd zelfredzame personen
Niet of verminderd zelfredzame personen zijn mensen die door een beperking soms hulp nodig hebben bij een incident. Veel van hen kunnen zich, net als in het dagelijkse leven, vaak goed redden bij een ontruiming als zij zich daar van tevoren op hebben voorbereid. Maar er zijn ook groepen met een beperking die specifieke aandacht vragen bij een ontruiming en begeleiding nodig hebben, omdat zij anders de snelheid van de ontruiming vertragen.
De belangrijkste groepen waarmee rekening moet worden gehouden:
- mensen met verminderde mobiliteit. Bijvoorbeeld rolstoel gebonden personen of ouderen die slecht ter been zijn;
- mensen met verminderde waarneming en uitdrukkingsvaardigheid. Bijvoorbeeld kinderen, ouderen, slechtziende of blinde mensen, dove en communicatief gehandicapte mensen of psychiatrische patiënten. Voor psychiatrische patiënten geldt dat zij lichamelijk vaak wel zelfredzaam zijn, maar in stresssituaties niet altijd zelfredzaam kunnen handelen;
- mensen met vermindere verstandelijke vermogens. Bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapten.
Omgaan met bezoekers bij een ontruiming
Medewerkers kunnen een rol hebben in het begeleiden van bezoekers en andere aanwezigen. De bhv'er spreekt medewerkers daarop aan tijdens een ontruiming. Binnen het bedrijf moet in ieder geval duidelijk zijn hoe dit is geregeld.
In situaties met grote aantallen niet of verminderd zelfredzamen kunnen bezoekers vaak prima helpen bij een ontruiming. Soms zal dit spontaan gebeuren. Andere keren helpt een simpele instructie. Tussen de bezoekers kunnen mensen aanwezig zijn met bruikbare kennis en vraardigheden, zoals artsen, politieagenten of bhv'ers. Maak gebruik van de deskundigheid. Hanteer de regel: ja, tenzij.
Volledig of gedeeltelijk ontruimen
Bij een brand of ander incident kan het volledige gebouw, maar ook een gedeelte van het gebouw worden bedreigd. Of je het gebouw gedeeltelijk of helemaal moet ontruimen, wordt bepaald door de aard en omvang van het incident en door het gegeven of mensen zelfstandig in een gebouw zijn en dus ook zelfstandig naar buiten kunnen of dat zij bij een ontruiming afhankelijk zijn van anderen.
Gebouwen waarin personen zelfstandig verblijven
In principe is in gebouwen waar personen zelfstandig verblijven het uitgangspunt een volledige ontruiming van het gebouw. Het gaat dan om kantoorgebouwen, onderwijsgebouwen, gebouwen met een publieksfunctie, industriegebouwen en logiesgebouwen zoals hotels. Het hele gebouw wordt beschouwd als bedreigd gebied. Zodra mensen zich bedreigd voelen dooor rook of brand, zullen ze, ook al zijn zij eigenlijk veilig, toch willen vluchten.
In gebouwen waar personen zelfstandig verblijven kan een beperkt aantal niet of verminderd zelfredzame personen aanwezig zijn. Als het gaat om enkele niet zelfredzamen moet daar in de ontruimingsprocedure rekening mee worden gehouden.
De keuze voor het volledig ontruimen van een relatief klein kantoorgebouw zal in de praktijk eeenvoudiger zijn dan het volledig ontruimen van een groot gebouwencomplex met kantoren. Soms zal toch tot een gedeeltelijke ontruiming worden besloten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de omvang van het gebouw, de indeling, de technische (brandveilige) uitvoering en het gebruik van het gebouw.
Gebouwen waarin personen niet zelfstandig verblijven
In gebouwen waar personen niet zelfstandig verblijven zijn en ook slapen, zoals in gezondheidszorggebouwen en seniorencomplexen, is een gedeeltelijke ontruiming van het gebouw mogelijk. Het gaat dan om de ontruiming van de brandruimte, een door brand en/of rook bedreigd gebied en het gebied waar de rook zich op korte termijn naar toe kan verspreiden. Ook in delen van het gebouw waarin personen zich bedreigd kunnen voelen door brand en/of rook, ook al zijn zij op dat moment eigenlijk nog veilig, is het verstandig om de ontruiming in te zetten.
Ontruimingstijden
Nadat je gealarmeerd bent als bhv'er moet je binnen 2 tot 3 minuten op de plek van het incident zijn. De snelheid van rookverspreiding en brandontwikkeling bepalen hoe snel er ontruimd moet worden. De brandweer zal in de meeste situaties binnen 8 minuten aanwezig zijn.
De tijd die nodig is om te ontruimen verschilt per gebouw en hangt samen met mate waarin de aanwezigen zelfstandig het gebouw kunnen verlaten.
De ontruimingstijd van een gebouw met één verdieping is minder dan een gebouw met bijvoorbeeld 12 verdiepingen. De ontruiming van een verpleegafdeling met 20 bedgebonden patiënten kost meer tijd dat de ontruiming van een afdeling met 10 bedgebonden patiënten.
Volgorde van ontruimen
De volgorde van de ontruiming van een gebouw is afhankelijk van de mogelijke rookverspreiding en branduitbreiding.
Stel je de ruimte waar de brand is, eens voor als een kubus. De rook en de brand kunnen zich aan alle zijden van de kubus uitbreiden:
- naar boven;
- naar voren;
- naar achteren;
- naar links
- naar rechts;
- naar beneden.
De rook gaat eerst opzij, dan omhoog en dan omlaag.
Bij een ontruiming is de rookverspreding het eerste en belangrijkste probleem. De rook verspreidt zich meestal eerst over een bouwlaag. Na de brandruimte moeten daarom eerst de direct naastgelegen ruimtes en de direct tegen overgelegen ruimtes worden ontruimd en dan de rest van de bouwlaag. Na verloopt van tijd zal de rook zich ook via kieren naar boven verspreiden. Dus de ruimtes die direct boven de ruimte liggen waar de brand is, lopen in tweede instantie ook risico.
Verder moet je inschatten hoe de rook zich zal gaan verspreiden. Alle vluchtroutes, die mogelijk door rook worden bedreigd, moeten worden ontruimd. Dat geldt ook voor de ruimtes die op de vluchtroutes uitkomen.
Rook kan zich echter ook anders gedragen dan je op grond van de kubusgedachte zou verwachten. Rook kan zich bijvoorbeeld verspreiden via ventilatiesystemen.
Als jouw gebouw een ventilatiesysteem heeft, moet je er op bedacht zijn dat rook zich snel kan verspreiden.
Afspraken over ontruimen
Afspraken over ontruimen kan je vastleggen op instructiekaarten, in een ontruimingsprocedure of in een ontruimingsplan. Het zijn hulpmiddelen om goed te zijn voorbereid op een ontruiming.
Het Bouwbesluit verplicht bedrijven met een verplichte brandmeldinstallatie om een ontruimingsplan op te stellen.
Voorzieningen en middelen voor een veilige ontruiming
Brandveiligheidsvoorzieningen andere middelen kunnen worden ingezet om niet of verminderd zelfredzame personen te helpen bij een ontruiming.
Ontdekken van brand: brandmeldinstallatie
Sommige gebouwen hebben een brandmeldinstallatie, waarmee een beginnende brand snel kan worden ontdekt en gemeld.
Bij een brandmeldinstallatie met handbrandmelders, kan je de handbrandmelders gebruiken om een brand of ander incident te melden.
In sommige gebouwen is de installatie zo afgesteld dat een brand automatisch wordt doorgemeld naar de 1-1-2 alarmcentrale of naar een particuliere alarmcentrale. In beide gevallen (met of zonder doormelding) moet de bhv controleren waar de brand is en of een bluspoging met kleine blusmiddelen mogelijk is. Als er inderdaad brand is, moet de bhv-procedure verder worden uitgevoerd.
Als bij een automatische doormelding na controle blijkt dat het om een onterechte melding gaat, bijvoorbeeld door stoom tijdens het koken, dan moet de alarmcentrale van de brandweer snel op de hoogte worden gebracht.
Ontruimingsalarminstallatie
In een gebouw kan een ontruimingsalarminstallatie aanwezig zijn, al of niet gekoppeld aan een brandmeldinstallatie. In de praktijk blijkt dat een ontruimingalarm met een slow-whoopsignaal door de aanwezigen in het gebouw vaak niet serieus wordt genomen. Een ontruimingsalarm waarmee een mededeling wordt gedaan, heeft een beter effect.
Een ontruimingsalarinstallatie waarmee een mededeling kan worden gedaan, kan de aanwezigen helpen bij een juiste interpretatie van gevaarsignalen. Vooral als mensen zich bevinden in een ander deel van het gebouw dan waar de brand zich bevindt, maar wel door de brand kunnen woren ingesloten, is een mededeling over de ernst van de situatie zinvol.
Megafoon of omroepinstallatie
Om grote groepen te bereiken tijdens een incident of ontruiming kan je een megafoon of een omroepinstallatie gebruiken. Bijvoorbeeld om aanwijzingen te geven voor de ontruiming of voor om eeen mededeling te doen op de verzamelplaats.
Automatische blusinstallaties
In sommige bedrijven is een sprinklerinstallatie aanwezig. Een sprinklerinstalaatie is een vast aangebrachte brandblusinstallatie. Het doel van een sprinklerinstallatie is het beheersbaar houden van de brand voor de brandweer. De installatie maakt gebruik van sproeikoppen (sprinklers) aan het dak of plafond die bij een bepaalde temperatuur starten met blussen.
Plattegrond van het gebouw
Een plattegrond van het gebouw met de indeling en de brandveiligheidsvoorzieningen is een belangrijke informatiebron voor de (bhv en) brandweer. Het is belangrijk dat de plattegrond actueel is. Het gaat dan onder andere om vluchtroutes, scheidingsconstructies voor rook en/of brand, brandslanghaspels, het paneel van de brandmeldinstallatie, de aanwezigheid van automatische blusinstallaties, droge blusleidingen, brandweerliften, deurbeveiligingssystemen en ventilatie-inrichtingen(en).
Vluchtroutes
Ieder gebouw moet vluchtroutes hebben. Dit kan ook de normale route zijn. Vluchtroutes gaan ook door (nood)trappenhuizen. De vluchtroutes moeten zijn aangegeven met goed zichtbare vluchtrouteaanduidingen die ook bij stroomuitval zichtbaar zijn door noodverlichting. Vluchtroutes buiten het gebouw moeten verlicht zijn.
Vluchtroutes zijn vaak zo ontworpen dat ze bij brand worden vrijgehouden van rook en brand. Het zijn de veiligste routes uit het gebouw. Het is belangrijk dat je als bhv'er het gebruik van die routes stimuleert. Vluchtroutes mogen nooit worden geblokkeerd door er bijvoorbeeld dozen of stoelen voor te zetten.
Ontruimingsplattegronden zijn bedoeld om mensen te helpen een gebouw veilig en zelfstandig te verlaten in geval van nood. De vluchtroutes moeten hier duidelijk op zijn aangegeven. Je moet als bhv'er de vluchtroutes kennen, zodat je bij een ontruiming altijd op een veilige vluchtroute kan wijzen.
Nooduitgangen
Deuren met het opschrift 'nooddeur vrijhouden' of 'nooduitgang' moeten worden vrijgehouden. Bij deze deuren moet ook verlichting zijn aangebracht.
Nooduitgangen moeten altijd zonder hulpmiddelen opengaan, bijvoorbeeld met een panieksluiting. Een panieksluiting is een horizontale stang op de deur. De deur gaat open als je tegen de stang duwt. Een deur met een panieksluiting kan alleen van binnenuit worden geopend.
Brandcompartimentering
Gebouwen worden ingedeeld in een of meer brandcompartimenten.
Een brandcompartiment is een vooraf bepaalde ruimte of een bepaald gebied in een gebouw dat brand en/of rook een bepaalde tijd binnenhoudt. Een brandcompartiment kan een verdieping van een gebouw zijn, maar ook een volledige fabriekshal.
De bouwregels bepalen de omvang van een brandcompartiment.
Een brandcompartiment houdt rook en brand een bepaalde tijd tegen als de deuren in scheidingswanden dicht zijn en er geen gaten of kieren in de wanden zijn gemaakt.
In sommige gebouwen zorgt de brandmeldinstallatie dat zelfsluitende brandwerende deuren bij een brandmeldiing automatisch dichtvallen. Deze deuren zorgen dat er geen rook of brand het brandcompartiment in- of uitgaat. Deze brandveiligheidsvoorziening werkt niet als iemand de zelfsluitende brandwerende deuren heeft vastgezet, bijvoorbeeld met een blokje hout. Als je in jouw gebouw dit soort deuren hebt zorg dan dat iedereen snapt dat ze er zijn voor de brandveiligheid en dat het niet de bedoeling is ze te blokkkeren.
Noodverlichting
Noodverlichting is bedoeld om je te kunnen oriënteren als de normale verlichting niet meer werkt. Noodverlichting gaat automatisch branden als de stroom uitvalt.
Vluchtroutes en nooduitgangen die bij het uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn, moeten een geschikte noodverlichting hebben.
Ontruimingsmiddelen
Om niet of verminderd zelfredzame personen uit een gebouw te krijgen zijn allerlei ontruimingsmiddelen voorhanden. De doelgroep bepaalt welke middelen geschikt zijn. Een leverancier moet een instructie geven over het gebruik van het ontruimingsmiddel.
In veel gebouwen zijn evacuatiestoelen aanwezig waarmee niet of verminderd zelfredzamen over trappen kunnen worden vervoerd. Bhv'ers moeten getraind en geoefend zijn in het gebruik van ontruimingsmiddelen zoals een evacuatiestoel.
Verzamelplaats
Een verzamelplaats is een veilige plek in de omgeving van het gebouw waar medewerkes en andere aanwezigen naar toe moeten gaan bij een ontruiming. Een verzamelplaats wordt aangegeven met een bord.
Voorzieningen voor de brandweer
In een gebouw kunnen speciale voorzieningen voor de brandweer aanwezig zijn.
Brandweeringang
Om een snelle redding mogelijk te maken moeten afspraken zijn gemaakt over de plaats waar de brandweer door een bhv'er wordt opgevangen. Als er in jouw gebouw een brandmeldinstallatie is met automatische doormelding naar de brandweer is een brandweeringang altijd verplciht. De brandweeringang moet automatisch - of via een ander systeem in overleg met de brandweer - opengaan.
Brandweerlift
Een brandweerlift is zo ontworpen dat deze bij brand blijft functioneren en veilig gebruikt kan worden. De brandweer moet de lift eenvoudig kunnen bedienen, bijvoorbeeld met een sleutelcontact.
Hoewel een brandweerlift is bedoeld voor het transport van materieel en brandweerpersoneel, kan een brandweerlift door de bhv worden gebruikt als 'ontruimingslift' voor personen die niet of nauwelijks in staat zijn het gebouw via trappen te verlaten. Dit kan alleen in de eerste periode van de ontruiming, als de brandweer er nog niet is en als de lift niet wordt bedreigd door rook en vuur.
Zijn er niet of verminderd zelfredzame personen in jouw bedrijf? Ga dan na wat er is afgesproken over het gebuik van de brandweerlift en of hier afspraken over zijn met de brandweer.
