SOORTEN BRAND

In elk bedrijf kan brand ontstaan. De kans dat er brand uitbreekt, is afhankelijk van de brandrisico's in jouw bedrijf. De meeste branden blijken te ontstaan door menselijke fouten en door het falen van installaties.


De branddriehoek

De branddriehoek maakt duidelijk hoe je een brand kan blussen. Als je snapt hoe de branddriehoek werkt, kan je beter de risico's voor je eigen veiligheid inschatten. Voor elke brand zijn drie factoren nodig:


  • een brandbare stof
  • zuurstof
  • een ontbrandingstemperatuur

Als deze drie factoren in de juiste mengverhouding aanwezig zijn, ontstaat er brand. Deze factoren zijn op te vatten als de zijden van een driehoek: de branddriehoek. Voor brand moeten alle zijden van de branddriehoek aanwezig zijn. Als je één van de zijden van de driehoek weghaalt, gaat de brand uit. Het blussen van een brand is dus hetzelfde als het weghalen van minstens één van de zijden van de branddriehoek.


  • Weghalen van de brandbare stof

Bij de meeste branden is het moeilijk om de brandbare stof weg te halen, behalve bij gasbranden. Bij gasbranden is het dichtdraaien van de gaskraan de enige manier om de brand te stoppen. Een brand gaat ook uit als de brandbare stof is opgebrand.


  • Weghalen van de zuurstof

In de lucht om ons heen zit ongeveer 21% zuurstof. Dat is voor veel branden ruim voldoende. Het lijkt dan ook moeilijk om zuurstof weg te halen. Maar dit kan door de brand af te sluiten van zuurstof. Door de brand te verstikken kan er geen zuurstof meer bij de brand komen. Voorbeelden hiervan zijn het afdekken van een vlam in de pan met een deksel en het blussen van een brand met een CO2-blusser.


  • Verlagen van de temperatuur

Je kan de temperatuur verlagen door het te koelen. Water is hét voorbeeld van een blusmiddel dat de temperatuur verlaagt. Zo haal je de temperatuurzijde van de branddriehoek weg en blus je de brand. 


Soorten branden

Voordat je gaat blussen, moet je tevens weten wat er brandt, zodat je het juiste blusmiddel gebruikt. Daarvoor moet je weten in welke brandklasse de brandende stof thuishoort: gaat het om een vaste stof zoals papier of hout of gaat het om een vloeistofbrand? De brandklasse bepaalt welk blusmiddel je moet gebruiken. Op blustoestellen staat welke soorten branden je ermee kan blussen. Dit is aangegeven met de letter van de brandklasse:


  • klasse A-branden: branden van vaste stoffen zoals hout, papier of textiel
  • klasse B-branden: branden van vloeistoffen en bij temperatuurverhoging vloeibaar wordende stoffen
  • klasse C-branden: branden van gassen. Bij branden met gassen is er explosiegevaar.
  • klasse D-branden: branden van metalen
  • klasse F-branden: branden met vetten en oliën

De brandklasse waar het blustoestel geschikt voor is, herken je aan een pictogram met letter. Deze pictogrammen worden internationaal gebruikt. Gebruik van een verkeerd blusmiddel kan leiden tot gevaarlijke situaties. Controleer altijd voordat je gaat blussen of je het juiste blusmiddel gebruikt. Je moet ervan uit kunnen gaan dat de blusmiddelen die in jouw bedrijf hangen geschikt zijn voor het soort branden dat daar kan ontstaan.


Plaats van ontstaan van brand

Ongeveer 10% van de branden ontstaat in de gang, de hal of het trappenhuis. Andere veelvoorkomende plaatsen waar brand uitbreekt zijn keukens, technische ruimtes en verblijfsruimtes. Verblijfsruimtes zijn ruimtes waar mensen verblijven zoals patiëntenkamers in een ziekenhuis, woonkamers, klaslokalen en een vergaderzaal.


Op de plaats waar de brand is ontstaan kunnen extra risico's aanwezig zijn. Denk hierbij aan elektriciteitskasten (in een technische ruimte) of gevaarlijke stoffen (in keukens, technische ruimtes en bergingen).