WAT DOET DE BHV'ER?

Bedrijven met minimaal één werknemer zijn wettelijk verplicht om bhv'ers aan te stellen. Dit zijn gewone medewerkers die in actie komen bij een calamiteit. In de Arbowet staan drie hoofdtaken van de bhv:


  • het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
  • het beperken en bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
  • het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf.


Zodra er gewerkt wordt moet bhv geregeld zijn. Hoe de werkgever dit doet mag hij in grote lijnen zelf bepalen, als de drie hoofdtaken maar vervuld kunnen worden. Het aantal bhv'ers is van een aantal factoren afhankelijk. Denk bijvoorbeeld aan de risico's en incidenten die in het bedrijf kunnen voorkomen, het type gebouw en de mate van zelfredzaamheid van de aanwezigen. De werkgever moet de veiligheid van zijn personeel en bezoekers regelen voor alle werkzaamheden, maar daarnaast ook voor de bhv wanneer deze ingezet wordt bij een calamiteit. De werkgever moet er zorg voor dragen dat de bhv'ers de juiste opleiding, oefening en middelen krijgen om de bhv-taken uit te kunnen voeren. Je moet als bhv'er er van uit kunnen gaan dat je bij een incident kunt vertrouwen op de bhv-middelen en de voorzieningen voor brandveiligheid en ontruiming. Dit houdt bijvoorbeeld in een verbandkoffer met relevante inhoud, werkende brandblussers, nooddeuren die open gaan, brandwerende scheidingen, etc.


Niet alleen de werkgever heeft verplichtingen, ook jij als bhv'er. Zorg dat je altijd geoefend blijft en gebruik maakt van de bhv-middelen en brandveiligheidsvoorzieningen. Neem oefeningen en/of valse meldingen altijd serieus. Weet hoe je gebouw/terrein in elkaar zit, weet waar de gevaren zitten, waar bevinden zich de blusmiddelen en hoe werken de blusmiddelen, ken je mogelijkheden en beperkingen. Veiligheid van jou als bhv'er staat altijd voorop! Gaat hierin op voorhand iets niet helemaal goed, geef dit aan bij de werkgever zodat hier iets aan gedaan kan worden.


Regelmatig oefenen en herhalen is erg belangrijk. Vanuit de Wet is dit ook verplicht. Er zijn echter geen zwart/wit richtlijnen qua frequentie aan verbonden. Dit is echt afhankelijk van de risico's en incidenten binnen het bedrijf. De ervaring leert wel dat het leereffect razendsnel verdwijnt als je de kennis en vaardigheden niet regelmatig onderhoud. Het advies is dan ook om minimaal één keer per jaar een herhaling in te plannen en daarnaast eenmaal per jaar een ontruimingsoefening te houden. 


INZET VAN DE BHV

Als bhv'er is het de bedoeling dat je gestructureerd te werk gaat om zo de situatie veilig en adequaat af te kunnen handelen. Globaal onderscheiden we de inzet van de bhv in volgende vier fasen:

  • alarmering
  • verkenning
  • inzet
  • nazorg


Alarmering

Als er een ongeval of een brand is moet de bhv daarvan op de hoogte worden gesteld zodat zij in actie kunnen komen. De manier waarop dit gebeurd is afhankelijk van de afspraken die gemaakt zijn binnen het bedrijf. Iedere aanwezige zou in grote lijnen moeten weten wat deze afspraken zijn zodat men weet wat te doen bij een incident. Alarmering kan bijvoorbeeld door een bhv'er te roepen, het bellen van een intern alarmnummer of door het indrukken van een handbrandmelder. Deze handbrandmelder kan overigens zowel akoestiek (slow-whoop, omroepen code), als stil (om bijvoorbeeld onrust bij clienten etc. te voorkomen) afgaan.


Verkenning

Voer een verkenning in principe met twee bhv'ers uit (als dit mogelijk is). Is dit niet mogelijk ga dan met een gewone collega en in het uiterste geval alleen. Neem bij een brandmelding een blusmiddel mee. Bij een melding van letsel neem je in ieder geval de verbandtrommel mee en eventueel de AED. Maak jezelf eventueel herkenbaar door het dragen van een bhv-hesje, zeker wanneer de professionele hulpverlening ingezet wordt. Zo kunnen zij zien dat jij van de bhv bent en de begeleiding/overdracht doet. Als je de verkenning doet denk dan aan de algemene hulpverleningsregels:

Allereerst let je natuurlijk op gevaar, voor jezelf, omstanders en eventuele slachtoffers. Niemand heeft er wat aan als de bhv'er zelf ook slachtoffer wordt. Blijf uit de rook, en alleen als het kan personen uit een gevaarlijke situatie halen. Let wel: de situatie kan zeer snel onveilig worden!

Voordat je gaat handelen ga je eerst na wat er gebeurd is of kan zijn. Dit doe je door met al je zintuigen te gaan waarnemen. Wat zie je, wat hoor je, wat ruik je, wat voel je. Vraag slachtoffers/omstanders wat er gebeurd is.

        Bel 112 als duidelijk is dat de bhv het niet alleen af kan of als je twijfelt of dat zo is. Doe dit volgens de alarmprocedure die in jouw bedrijf is afgesproken. Bijvoorbeeld via het interne alarmnummer of door zelf direct 112 te bellen. Zorg dat je een mobiele telefoon bij je hebt zodat je zelf de centralist van 112 kan spreken. Beantwoord de vragen van de centralist zo specifiek maar kort mogelijk. Volg de aanwijzingen van de centralist op.

        De bhv'ers die hebben verkend informeren de andere bhv'ers over het verloop van de verkenning. Zij zorgen dat de informatie die nodig is om de bhv-organisatie op te starten bij de juiste persoon terecht komt: dat kan een collega bhv'er, een ploegleider/hoofd bhv of een receptiemedewerker zijn.


        Inzet

        Hierin doet de bhv wat nodig is: verlenen van eerste hulp, het doen van een bluspoging of starten/begeleiden van een ontruiming.

        In de praktijk lopen de fasen van verkenning en inzet soms snel in elkaar over. Als bij de verkenning blijkt dat een bluspoging mogelijk is, kan je meteen een bluspoging doen. Doe nooit dingen die je eigen veiligheid of de veiligheid van anderen in gevaar brengen of die het letsel kunnen verergeren. Blijf op gevaar letten want de situatie bij een incident kan zeer snel veranderen. 

        Zodra de professionele hulpverlening is aangekomen kan je alle relevante informatie over het incident doorgeven (wie, waar, wat). Laat ook weten wat jullie tot dan toe gedaan hebben en wat de actuele situatie is. Volg de aanwijzingen van de professionele hulpverlening op. Handel het incident verder af volgens jullie eigen bedrijfsprocedure.


        Nazorg

        Na de inzet informeert de bhv het management/werkgever over de stand van zaken. Wat is de informatie van de professionele hulpverlening? Wat waren de acties van de bhv en de collega's? Hoe staat het met de medewerkers en andere aanwezigen? Het management kan met deze informatie maatregelen nemen om de situatie weer naar een normale situatie te brengen. Dit kunnen dingen zijn zoals het regelen van opvang, informeren van de verzekering, zorgen voor salvage (= het beperken van schade na een brand of ander incident), informeren andere belanghebbenden, evaluatie van de inzet van de bhv, nazorg regelen, procedures bijstellen, etc.

        Bij grote incidenten moet worden beoordeeld of het nodig is een crisisteam te vormen. Als dat nodig is, moet een contactpersoon worden aangewezen die overlegt met de afdeling bevolkingszorg van de gemeente over opvang en evacuatie van getroffenen.


        RISICOAFWEGING

        Als je wordt gealarmeerd omdat er een incident is, verlaat je je werkplek en schakel je over naar je bhv-taak. Als je aankomt bij het incident moet je een besluit nemen. Wat moet er gebeuren? Je schat de situatie in en je moet (vaak onder druk) een besluit nemen. Daarbij speelt de overweging of het veilig is om in te grijpen, maar voel je ook de verantwoording voor het uitvoeren van je bhv-taak. Met andere woorden: je moet de situatie juist beoordelen en de risico's van je inzet afwegen.

        Om een goede risico-afweging te kunnen maken, heb je voldoende informatie nodig. Je moet de consequenties van je handelen kunnen overzien in de tijd. Blijf waarnemen, overwogen beslissingen nemen, de inzet uitvoeren maar ook continu blijven controleren: verloopt de inzet zoals verwacht? Is de situatie veranderd?


        • Als je inzet loopt zoals verwacht en het veilig is, heb je groen licht om door te gaan.
        • Als je inzet niet loopt zoals verwacht, sta je als het ware voor een oranje verkeerslicht: is het verantwoord om door te gaan? Moet je je aanpak aanpassen of stoppen en naar een veilige plek gaan?
        • Als de inzet niet loopt zoals verwacht en als de situatie onveilig wordt, sta je voor een rood licht: breek de inzet af, ga naar een veilige plek en zorg voor hulp.