VOORBEREIDING ONTRUIMING

Bij een ontruiming in je bedrijf volg je de ontruimingsprocedure die is afgesproken. Daarbij moet je rekening houden met de kenmerken van je gebouw en de mensen die daarin aanwezig zijn en met de risico's in de omgeving van je gebouw. In deze module leggen we uit waar je allemaal rekening mee moet houden.

  • Hoe gedragen mensen zich bij brand en ontruiming;
  • Weten de aanwezigen wat ze moeten doen als het ontruimingssignaal afgaat;
  • Hoe zelfredzaam zijn de aanwezigen;
  • Heeft men begeleiding nodig bij een ontruiming;
  • Wat moet er allemaal worden ontruimd;
  • Hoeveel tijd heb je om te ontruimen;
  • In welke volgorde moet je ontruimen;
  • Wat moet er in een ontruimingsprocedure staan;
  • Welke brandveiligheids- en ontruimingsvoorzieningen en -middelen kun je gebruiken.


Hoe gedragen mensen zich bij brand en ontruiming

Vaak gaat men er vanuit dat zelfredzame mensen zichzelf wel kunnen redden bij brand en ontruiming. Vaak zijn mensen zich minder bewust van de gevaren van rook en brand dan wordt aangenomen. Signalen als rook en brandlucht worden vaak onderschat. Sowieso kunnen ze vaak de snelheid waarmee rook en uiteindelijk de brand zich verspreid in een gebouw niet goed inschatten. De extreme hitte en pijn van de vlammen zijn vaak wel duidelijk, maar rook wordt meestal onderschat. Pas op het moment dat ze er last van hebben (prikkende ogen, ademhalingsproblemen) gaan ze over tot actie. Maar dan zitten ze al in een zeer gevaarlijke situatie. De kans bestaat dat er dan ook nog eens paniek uitbreekt waardoor de situatie helemaal niet meer te overzien is.


Ook voor bhv'ers is dit vaak lastig. Inzicht in de ontwikkeling van brand en rook kunnen van levensbelang zijn. Daarom is er in de lesstof aandacht voor de veilige, potentieel bedreigde en bedreigde gebieden en kan gebruik gemaakt worden van de indicatoren van rook en vlammen. 


Weten de aanwezigen wat ze moeten doen als het ontruimingssignaal afgaat

Om een succesvolle ontruiming te doen is kennis over de brandveiligheidsvoorzieningen en ontruimingsprocedure en -middelen noodzakelijk. Wanneer hier geen gebruik van gemaakt wordt bij een incident kunnen mensen in problemen komen. Daarom is goede voorlichting hierover van levensbelang. Daarnaast moet er ook daadwerkelijk geoefend worden om zo de zelfredzaamheid te vergroten. Voorlichting aan en instructie van medewerkers over hoe te handelen bij een incident is een wettelijke verplichting vanuit de Arbowet, artikel 8. Medewerkers moeten weten wie de bhv'ers zijn, wat hun taken zijn bij een ontruiming, hoe zij een incident moeten melden en hoe de bhv wordt gealarmeerd. Iedereen binnen het bedrijf moet hiervan op de hoogte zijn en ernaar handelen. In het gunstigste geval zijn medewerkers goed geïnstrueert en kunnen zij bij een calamiteit zelfstandig het pand verlaten via de aangegeven vluchtroutes. Medewerkers kunnen de bhv ook helpen door bijvoorbeeld niet of minder zelfredzame personen te helpen bij het verlaten van het gebouw.


De taak van de bhv is om tijdens het incident de ontruiming in goede banen te leiden. Getrainde bhv'ers kunnen dit over het algemeen sneller en adequater dan niet getrainde bhv'ers. Een taak van een ieder is om er zorg voor te dragen dat vluchtroutes en nooduitgangen altijd vrij zijn van obstakels. Als ontruimingssignaal wordt vaak een slow whoop gebruikt. Wanneer deze in combinatie met gesproken mededelingen/instructies gebruikt wordt zijn mensen geneigd meer in actie te komen en de ernst van de situatie in te zien.


Hoe zelfredzaam zijn de aanwezigen

Niet of verminderd zelfredzame personen zijn mensen die door een 'beperking' soms hulp nodig hebben bij een incident. Het begrip beperking moet je ruim interpreteren. Vaak wordt gedacht aan mensen in een rolstoel, slechtziende of blinde mensen, kinderen, ouderen, dove mensen, psyciatrische patienten, mensen met een verstandelijke beperking etc. Deze zijn overigens niet altijd minder zelfredzaam, in het dagelijks leven kunnen zij zich vaak immers ook zelf redden. 


Als bhv'er moet je wel voorbereid zijn op de mensen die in jullie bedrijf aanwezig kunnen zijn. Wanneer mensen namelijk wel extra begeleiding en aandacht nodig hebben kan dit de snelheid van de ontruiming wel beïnvloeden. Hou er ook rekening mee dat sommige mensen zich lichamelijk wel kunnen redden maar in stresssituaties niet altijd zelfredzaam kunnen handelen.


Wat te doen met bezoekers bij een ontruiming

Hoe hier mee om te gaan hangt af wat er door het bedrijf is geregeld en vastgelegd. Over het algemeen zullen medewerkers een rol hebben in het begeleiden van hun eigen bezoekers. Bezoekers kunnen in sommige gevallen ook prima helpen bij een ontruiming met meerdere niet zelfredzame personen.


Als bhv heb je hierin de taak dit te begeleiden en de overige medewerkers en/of bezoekers te instrueren. Tussen de bezoekers kunnen ook mensen zijn met bruikbare kennis en vaardigheden zoals artsen, verpleegkundigen, politiemensen of bhv'ers. Maak gerust gebruik van deze deskundigheid. Hanteer de regel: Ja, tenzij.


Wat moet er allemaal worden ontruimd

Een gebouw kan volledig maar ook gedeeltelijk ontruimd worden. Alles hangt af van de aard en omvang van het incident en in hoeverre de aanwezigen zelfredzaam zijn of niet. Het uitgangspunt is wel dat gebouwen waar personen in verblijven altijd volledig ontruimd worden. Denk hierbij aan kantoorgebouwen, onderwijsgebouwen, gebouwen met een pubieksfunctie, industriegebouwen en logiesgebouwen zoals hotels. Het hele gebouw wordt dan beschouwd als potentieel bedreigd gebied.


Vanzelfsprekend zal een ontruiming van een klein kantoorgebouw in de praktijk eenvoudiger zijn dan een groot complex. De bhv kan daarom alsnog besluiten tot een gedeeltelijke ontruiming van bovenstaande gebouwen. Er zal dan wel rekening gehouden moeten worden met de omvang van het gebouw, de indeling, de technische brandveilige uitvoering en het gebruik van het gebouw.


Hoeveel tijd heb je om te ontruimen

De bhv dient na alarmering zo snel mogelijk op plaats van incident te zijn. De richtlijn hierin is dat dit het liefst binnen twee à drie minuten is. De brandweer heeft een gemiddelde aanrijtijd van 8 minuten. Hoe snel er ontruimd moet worden hangt af van de snelheid waarmee de rook en brand zich kan verspreiden.


Als bhv-organisatie moet je rekening houden met de omvang van het gebouw, de zelfredzaamheid van de aanwezigen in de zin van hoe snel kunnen ze zelfstandig het pand verlaten. Of hebben ze juist veel hulp nodig. Een kantoorpand met allemaal zelfredzame personen gaat sneller dan een verpleegafdeling van 20 bedlegerige patiënten. Dus een echte richtlijn qua tijd is niet echt te benoemen. Dit is per bedrijf weer anders. Je bhv-organisatie moet wel voorbereid zijn op jullie specifieke situatie zodat de ontruiming wel zo spoedig en ordentelijk mogelijk verloopt.


In welke volgorde moet je ontruimen

Bij een ontruiming is de rookverspreiding vaak het grootste probleem. Deze laat zich ook niet altijd goed voorspellen. De brandruimte kun je je voorstellen als een kubus. Aan alle zijdes van de kubus kan de rook en brand zich verpreiden. De rook verspreidt zich vaak eerst over de bouwlaag. De ontruiming start je bij voorkeur vanuit de brandruimte en daarna de ruimte waar de rook zichtbaar is. Daarna ga je de potentieel bedreigde ruimtes ontruimen: de ruimtes die dus grenzen aan het bedreigde gebied, zowel naast als boven en onder de ruimte. Daarna komen alle vluchtroutes die door rook worden bedreigd in aanmerking, gevolgd door de ruimtes waar vluchtroutes op uit komen.


De bhv moet er echter ook rekening mee houden dat de verspreiding anders gaat dan dat je zou verwachten als je kijkt vanuit de kubusgedachte. Als je gebouw een ventilatiesysteem heeft kan daardoor bijvoorbeeld de rook zich snel verpreiden en dus een andere route nemen. Ook kan een trap, schacht of openingen in muren/vloeren van kabels zorgen voor een hele andere verspreiding en daardoor uitbreiding over meerdere bouwlagen. Daarbij kunnen ook verdiepingen en ruimtes worden overgeslagen.


Wat moet er in een ontruimingsprocedure staan

Wanneer je bedrijf een verplichte brandmeldinstallatie heeft dan ben je volgens het Bouwbesluit bouwwerken leefomgeving ook verplicht een ontruimingsplan op te stellen. Voor alle overige gebouwen is het geadviseerd om de hierover gemaakte afspraken op papier te zetten. Dit kan het bedrijf doen door het ophangen van instructiekaarten, en het op papier zetten van de ontruimingsprocedure in een ontruimingsplan / calamiteitenplan / bhv-plan.


Als bhv'er moet je uiteraard wel weten wat de procedures zijn binnen je bedrijf. In grote lijnen moet je dus de inhoud kennen van het aanwezige ontruimingsplan / calamiteitenplan / bhv-plan. Het is je eigen verantwoording om de werkgever te vragen om verdere toelichting indien zaken niet duidelijk zijn. Uiteindelijk moet je de procedures wel kunnen uitvoeren.


Welke brandveiligheids- en ontruimingsvoorzieningen en -middelen kun je gebruiken

In het bedrijf kan gebruik gemaakt worden van verschillende voorzieningen en middelen. Dit verschilt per bedrijf, dus kijk welke van deze op jullie bedrijf van toepassing zijn.


Brandmeldinstallatie

Sommige gebouwen hebben een brandmeldinstallatie waarmee een beginnende brand snel kan worden ontdekt en gemeld. Bij een brandmeldinstallatie met handbrandmelders, kan je de handbrandmelders gebruiken om een brand of ander incident te melden. In sommige gebouwen is de installatie zo afgesteld dat een brand automatisch wordt doorgemeld naar de 112 alarmcentrale of naar een particuliere alarmcentrale. In beide gevallen (met of zonder doormelding) moet de bhv controleren waar de brand is en of een bluspoging met kleine blusmiddelen mogelijk is. Als er inderdaad brand is, moet de bhv-procedure verder worden uitgevoerd. Als bij een automatische doormelding na controle blijkt dat het om een onterechte melding gaat (bijvoorbeeld door stoom tijdens het koken) dan moet de alarmcentrale van de brandweer snel op de hoogte worden gebracht.


Ontruimingsalarminstallatie

In een gebouw kan een ontruimingsalarminstallatie aanwezig zijn, deze kan wel of niet gekoppeld zijn aan een brandmeldinstallatie. In de praktijk blijkt dat een ontruimingsalarm met een slow-whoopsignaal door de aanwezigen in het gebouw vaak niet serieus wordt genomen. Een ontruimingsalarm waarmee een mededeling wordt gedaan, heeft een beter effect. Een ontruimingsalarminstallatie waarmee een mededeling kan worden gedaan, kan de aanwezigen helpen bij een juiste interpretatie van gevaarsignalen. Vooral als mensen zich bevinden in een ander deel van het gebouw dan waar de brand zich bevindt, maar wel door de brand kunnen worden ingesloten, is een mededeling over de ernst van de situatie zinvol.


Megafoon of omroepinstallatie

Om grote groepen te bereiken tijdens een incident of ontruiming kan je een megafoon of een omroepinstallatie gebruiken. Bijvoorbeeld om aanwijzingen te geven voor de ontruiming of om een mededeling te doen op de verzamelplaats.


Automatische blusinstallaties

In sommige bedrijven is een sprinklerinstallatie aanwezig. Een sprinklerinstallatie is een vast aangebrachte brandblusinstallatie. Het doel van een sprinklerinstallatie is het beheersbaar houden van de brand voor de brandweer. De installatie maakt gebruik van sproeikoppen (sprinklers) aan het dak of plafond die bij een bepaalde temperatuur starten met blussen.


Plattegrond van het gebouw

Een plattegrond van het gebouw met de indeling en de brandveiligheidsvoorzieningen is een belangrijke informatiebron voor de (bhv en) brandweer. Het is belangrijk dat de plattegrond actueel is. Het gaat dan onder andere om vluchtroutes, scheidingsconstructies voor rook en/of brand, brandslanghaspels, het paneel van de brandmeldinstallatie, de aanwezigheid van automatische blusinstallaties, droge blusleidingen, brandweerliften, deurbeveiligingssystemen en ventilatie-inrichtingen(en).


Vluchtroutes

Ieder gebouw moet vluchtroutes hebben. Dit kan ook de normale route zijn. Vluchtroutes gaan ook door (nood)trappenhuizen. De vluchtroutes moeten zijn aangegeven met goed zichtbare vluchtrouteaanduidingen die ook bij stroomuitval zichtbaar zijn door noodverlichting. Vluchtroutes buiten het gebouw moeten verlicht zijn. Vluchtroutes zijn vaak zo ontworpen dat ze bij brand worden vrijgehouden van rook en brand. Het zijn de veiligste routes uit het gebouw. Het is belangrijk dat je als bhv'er het gebruik van die routes stimuleert. Vluchtroutes mogen nooit worden geblokkeerd door er bijvoorbeeld dozen of stoelen voor te zetten.

Ontruimingsplattegronden zijn bedoeld om mensen te helpen een gebouw veilig en zelfstandig te verlaten in geval van nood. De vluchtroutes moeten hier duidelijk op zijn aangegeven. Je moet als bhv'er de vluchtroutes kennen, zodat je bij een ontruiming altijd op een veilige vluchtroute kan wijzen.


Nooduitgangen

Deuren met het opschrift 'nooddeur vrijhouden' of 'nooduitgang' moeten worden vrijgehouden. Bij deze deuren moet ook verlichting zijn aangebracht. Nooduitgangen moeten altijd zonder hulpmiddelen opengaan, bijvoorbeeld met een panieksluiting. Een panieksluiting is een horizontale stang op de deur. De deur gaat open als je tegen de stang duwt. Een deur met een panieksluiting kan alleen van binnenuit worden geopend.


Brandcompartimentering

Gebouwen worden ingedeeld in een of meer brandcompartimenten.

Een brandcompartiment is een vooraf bepaalde ruimte of een bepaald gebied in een gebouw dat brand en/of rook een bepaalde tijd binnenhoudt. Een brandcompartiment kan een verdieping van een gebouw zijn, maar ook een volledige fabriekshal. De bouwregels bepalen de omvang van een brandcompartiment. Een brandcompartiment houdt rook en brand een bepaalde tijd tegen als de deuren in scheidingswanden dicht zijn en er geen gaten of kieren in de wanden zijn gemaakt.


In sommige gebouwen zorgt de brandmeldinstallatie dat zelfsluitende brandwerende deuren bij een brandmelding automatisch dichtvallen. Deze deuren zorgen dat er geen rook of brand het brandcompartiment in- of uitgaat. Deze brandveiligheidsvoorziening werkt niet als iemand de zelfsluitende brandwerende deuren heeft vastgezet, bijvoorbeeld met een blokje hout. Als je in jouw gebouw dit soort deuren hebt, zorg dan dat iedereen snapt dat ze er zijn voor de brandveiligheid en dat het niet de bedoeling is ze te blokkkeren.


Noodverlichting

Noodverlichting is bedoeld om je te kunnen oriënteren als de normale verlichting niet meer werkt. Noodverlichting gaat automatisch branden als de stroom uitvalt. 

Vluchtroutes en nooduitgangen die bij het uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn, moeten een geschikte noodverlichting hebben.


Ontruimingsmiddelen

Om niet of verminderd zelfredzame personen uit een gebouw te krijgen zijn allerlei ontruimingsmiddelen voorhanden. De doelgroep bepaalt welke middelen geschikt zijn. Een leverancier moet een instructie geven over het gebruik van het ontruimingsmiddel. In veel gebouwen zijn evacuatiestoelen aanwezig waarmee niet of verminderd zelfredzamen over trappen kunnen worden vervoerd. Bhv'ers moeten getraind en geoefend zijn in het gebruik van ontruimingsmiddelen zoals een evacuatiestoel.


Verzamelplaats

Een verzamelplaats is een veilige plek in de omgeving van het gebouw waar medewerkers en andere aanwezigen naar toe moeten gaan bij een ontruiming. Een verzamelplaats wordt aangegeven met een bord.


Voorzieningen voor de brandweer

In een gebouw kunnen speciale voorzieningen voor de brandweer aanwezig zijn, zoals een brandweeringang. Om een snelle redding mogelijk te maken moeten afspraken zijn gemaakt over de plaats waar de brandweer door een bhv'er wordt opgevangen. Als er in jouw gebouw een brandmeldinstallatie is met automatische doormelding naar de brandweer is een brandweeringang altijd verplicht. De brandweeringang moet automatisch - of via een ander systeem in overleg met de brandweer - opengaan.


Daarnaast kan het ook zijn dat er een brandweerlift aanwezig is. Een brandweerlift is zo ontworpen dat deze bij brand blijft functioneren en veilig gebruikt kan worden. De brandweer moet de lift eenvoudig kunnen bedienen, bijvoorbeeld met een sleutelcontact. Hoewel een brandweerlift is bedoeld voor het transport van materieel en brandweerpersoneel, kan een brandweerlift door de bhv worden gebruikt als 'ontruimingslift' voor personen die niet of nauwelijks in staat zijn het gebouw via trappen te verlaten. Dit kan alleen in de eerste periode van de ontruiming, als de brandweer er nog niet is en als de lift niet wordt bedreigd door rook en vuur. Zijn er niet of verminderd zelfredzame personen in jouw bedrijf? Ga dan na wat er is afgesproken over het gebruik van de brandweerlift en of hier afspraken over zijn met de brandweer.