AIRWAY (luchtweg)

Wanneer de catastrofale bloedingen gestopt zijn, of niet aanwezig zijn ga je kijken naar de airway (luchtweg). Deze moet immers vrij zijn want anders is er geen ademhaling mogelijk. Daarnaast hou je in deze stap ook rekening met mogelijk nekwervelletsel. Voorbeelden van letsels met de luchtweg zijn: verslikking, aangezichtsletsels, zwelling door allergieën, inademing van (rook)gassen of (giftige) dampen. Een slachtoffer kan bewusteloos of bij bewustzijn zijn.


Een bewusteloos slachtoffer wordt slap en zakt in elkaar. De kans is dus groot dat je hem liggend op zijn rug aantreft. Als een bewusteloos slachtoffer op zijn rug ligt verslapt zijn tong en zakt deze in de keel. Hierdoor sluit de luchtweg af waardoor het slachtoffer kan stikken. Door middel van de kinlift zorg je ervoor dat je de kaak met tong omhoog lift en daarmee zijn luchtweg vrij gemaakt wordt.


Slachtoffer ligt op de buik

Niet elk slachtoffer ligt op zijn rug, soms kun je hem aantreffen liggend op de buik. Wanneer hij bewusteloos is drukt zijn gewicht op de borstkas. Ademhalen gaat hierdoor moeilijker. Daarnaast kun je geen controles uitvoeren. Een bewusteloos slachtoffer liggend op de buik zal dus in principe altijd op de rug gedraaid moeten worden. Daarna kun je de kinlift uitvoeren.


Bewusteloos slachtoffer begint te braken

Het kan gebeuren dat deze slachtoffers beginnen te braken. Dit zegt in principe nog niks over zijn toestand, het kan ook een reactie van het lichaam zijn. Braken is echter wel een bedreiging voor de ademhaling, helemaal wanneer hij op zijn rug ligt. Het braaksel kan namelijk in de luchtpijp terechtkomen. Door middel van de snelle kantel methode kunnen de vloeistoffen het lichaam verlaten.


VAARDIGHEID:

Ook wanneer een slachtoffer bij bewustzijn is kan de luchtweg bedreigd worden. Zoals bijvoorbeeld door:

  • een opstakel in de luchtweg;
  • verdrinking;
  • nekwervelletsel;
  • inademen van gassen en dampen.


Verslikken

Normaal gesproken gaat je eten en drinken via je mond naar de slokdarm. Als een slachtoffer zich verslikt gaat het naar de luchtpijp. Het slachtoffer begint te hoesten om het weer uit de luchtpijp te krijgen. Dit is een natuurlijke manier om het obstakel te verwijderen.


De enige hulpverlening die je doet is het slachtoffer aanmoedigen tot hoesten. Meer niet! Vaak lost het zich dan wel op. 


Wanneer het niet lukt, en het juist vaster gaat zitten dan is het slachtoffer aan het stikken. Dit kun je zien doordat het slachtoffer stopt met hoesten maar wel de bewegingen maakt. Vaak zie je dat de borstkas intrekt. Het slachtoffer kan blauw worden en is angstig. Vaak worden ze ook onrustig en gaan ze lopen. Als je hier niks aan doet dan zal door het zuurstoftekort het slachtoffer het bewustzijn verliezen en moet je gaan reanimeren. Om dit te voorkomen ga je het slachtoffer helpen met 5 rugslagen en 5 buikstoten. Wanneer de eerste serie geen effect heeft bel je 112 en ga je door met afwisselend het geven van 5 rugslagen en 5 buikstoten, tot het opgelost is of tot je over moet gaan op reanimatie.


Wanneer het obstakel eruit is, is het advies om het slachtoffer door te verwijzen naar de huisarts. Zeker na het geven van buikstoten. Gewoon voor extra controle of alles eruit is en er verder geen ernstige schade ontstaan is.


Verslikking van zwangeren (20+ weken)/persoon met obesitas

Wanneer de buikomvang van het slachtoffer buikstoten onmogelijk maakt, dan kun je deze vervangen door borststoten. Dit is het geval bij een zwangerschap vanaf 20 weken of vanwege obesitas.


Houdt qua handelingen dezelfde richtlijn aan als bij een 'gewone' ernstige verslikking. De buikstoten vervang je echter door borststoten. De borststoten kun je doen bij iemand die staat of zit. Je kunt de borststoten ook van voren geven als je niet achter het slachtoffer kunt staan. Het slachtoffer dient dan met de rug tegen bijvoorbeeld muur of deur te steunen.


Plaats je vuist op de onderste helft van het borstbeen. Plaats je andere hand eroverheen en duw 5x hard tegen het borstbeen.


VAARDIGHEID:

Verdrinking

Onder verdrinking verstaan we stoornissen die in het lichaam kunnen optreden door onderdompeling. Iemand die verdrinkt kan niet ademhalen onder water en stikt. Een slachtoffer kan vanuit reflex happen naar zuurstof en zo water binnen krijgen. Na verloop van tijd krijgen de organen te weinig zuurstof om te blijven functioneren. Het redden van een drenkeling is een specifieke handeling die aangeleerd wordt in onder andere de module 'Zwemmend Redden voor Zwembaden'. Ga sowieso nooit onbezonnen te water waardoor je je eigen veiligheid in gevaar brengt! Dit gevaar zit hem bijvoorbeeld in onderkoeling en een slachtoffer die jou juist in paniek laat verdrinken. Laat dit het liefst over aan de professionals.


Bel direct 112 en meld dat het om een verdrinking gaat. Wanneer het slachtoffer op het droge is controleer je het bewustzijn en de ademhaling. Als er geen ademhaling is start je (indien nodig) na de 5 initiële beademingen de reanimatie op zoals beschreven in de module 'Reanimatie van drenkelingen'. Het kan zijn dat er water in de longen van het slachtoffer komt. Dit kan het slachtoffer eruit proesten. Gebruik de snelle kantelmethode om verstikking te voorkomen.


Bijna-verdrinking

Bij een bijna-verdrinking is het slachtoffer niet buiten bewustzijn geweest, maar heeft wel een serieuze verdrinking doorstaan. Of het kan zo zijn dat je het slachtoffer met succes weer bij bewustzijn hebt gebracht. Dit slachtoffer moet altijd nagekeken worden door een arts, ook als hij niet bewusteloos is geweest. Water dat in de longen gekomen is kan namelijk voor problemen zorgen. Zelfs wanneer het lijkt alsof het met een sisser is afgelopen, kunnen er uren na de bijna-verdrinking ademhalingsproblemen optreden. Zelfs met de dood tot gevolg. Dit wordt secundary drowning genoemd. 


Nekwervelletsel

Bij het veiligstellen van de luchtweg is het ook belangrijk om te beoordelen of het slachtoffer mogelijk nekwervelletsel heeft. Door nekwervelletsel kunnen de ademhalingsspieren verlamd raken. Een harde stoot of val is daarom een bedreiging voor de werking van de luchtweg. Ongevallen waarbij je nekwervelletsel kunt vermoeden zijn:

  • harde klap tegen het hoofd, bijvoorbeeld duiken in ondiep water;
  • verkeersongelukken;
  • een val hoger dan eigen lichaamslengte;
  • val van een paard, trap van een koe, beknelling door een groot dier, etc.


Bij nekwervelletsel vermoed je scheuren of breuken in de nekwervel van het slachtoffer. Het blijft bij een vermoeden want je kunt dit namelijk niet aan de buitenkant zien. Afgezien van het ongeval kun je (niet altijd!) wel de gevolgen waarnemen:

  • pijn aan nek of rug;
  • slachtoffer voelt tintelingen in armen of benen;
  • verlammingsverschijnselen, wat kan beginnen bij handen en voeten en kan verergeren.


De hulpverlening bestaat uit het voorkomen van verergering van het letsel. Nadat je 112 gebeld hebt zorg je ervoor dat het slachtoffer zich zo min mogelijk beweegt. Benader hem dus in het gezicht en zeg hem stil te blijven liggen en het hoofd niet te bewegen of te schudden. Zeg hem dat hij vragen met 'ja' of 'nee' moet beantwoorden. Eventueel kun je heel voorzichtig zijn hoofd met 2 handen vasthouden. Let erop dat je zijn hoofd daarbij niet beweegt en dat je zijn oren vrij houdt in verband met kunnen horen. De professionele hulpverlening zal uiteindelijk de ernst en de behandeling bepalen zodra zij het van je overnemen.


Inademen rook, gassen, dampen & chemische stoffen

Wat de luchtweg ook kan bedreigen is de inademing van rook, gassen, dampen en chemische stoffen. De luchtweg van een slachtoffer kan bijvoorbeeld verbranden door hete lucht of rook. Wanneer het slachtoffer in zijn gezicht, nek of hals verbrand, loopt zijn luchtweg ook gevaar. Er kunnen ook blaren/brandwonden in de luchtweg ontstaan waardoor ademhalen bemoeilijkt wordt. Let dus ook op benauwdheid. Het inademen van rook is altijd gevaarlijk. Wanneer een slachtoffer langer dan 50 seconden rook inademt kan er al blijvende schade ontstaan. In rook zitten namelijk allemaal gevaarlijke stoffen, waaronder koolmonoxide.


Wanneer je gassen inademt zal dat de zuurstof in je longen verdringen. Het slachtoffer raakt hierdoor bewusteloos. Sommige gassen geven een reactie op de slijmvliezen in de luchtweg, hierdoor kunnen zwellingen (brandwonden) ontstaan.


De hulpverlening is sowieso eerst gericht op je eigen veiligheid. Let erop dat de rook, gassen, dampen of chemische stoffen jou ook kunnen treffen. Meld bij 112 ook dat het vermoedelijk gaat om gevaarlijke stoffen. Zij kunnen dan de brandweer ook sturen om de situatie veilig te maken. Indien mogelijk zorg je voor frisse lucht en breng je het slachtoffer naar een veilige omgeving. Maak knellende kleding los en zet hem in een halfzittende houding als het slachtoffer bij kennis is. Laat hem niet liggen.


Koolmonoxide (CO)

Koolmonoxide is een sluipmoordenaar. Het ontstaat door een onvolledige verbranding. Voorbeelden kunnen zijn een CV die niet goed werkt of een open haard. Je ziet, ruikt en proeft het niet. Koolmonoxide zorgt ervoor dat je geen zuurstof meer kunt opnemen. De enige manier om koolmonoxide te detecteren is met een koolmonoxidemelder. De volgende symptomen kunnen wijzen op koolmonoxide:

  • hoofdpijn;
  • misselijkheid;
  • benauwdheid;
  • duizelig;
  • braken;
  • slappe spieren;
  • bewusteloosheid;
  • grauwe kleur;
  • roze huidskleur (vlak voor het overlijden);
  • overlijden.


Let op: in rook zit koolmonoxide! Tijdens een brand stijgt het niveau van koolmonoxide, zelfs zoveel dat slachtoffers vrijwel direct bewusteloos raken. De koolmonoxide zit in de rook, dus als je rook ziet is er koolmonoxide!


De hulpverlening is:

  • Verlaat onmiddelijk de ruimte;
  • Zoek frisse lucht op;
  • Bel 112.