ACHTERGRONDINFORMATIE VERDRINKINGEN

Verdrinking is het hebben van ademhalingsproblemen als gevolg van gehele of gedeeltelijke onderdompeling in een vloeistof. Verdrinking vindt met name plaats in buitenwateren, rivieren, meren en plassen. Ongeveer 7 mensen verdrinken op jaarbasis in een openbaar zwembad. De oorzaak onderscheiden we in primaire, secundaire en overige oorzaken.


Verdrinking is al mogelijk in enkele centimeters water. Met name kleine kinderen verdrinken soms al in kleine plasjes water of in een ligbad. Bij dodelijke ongevallen met jongens tussen 1 en 5 jaar is verdrinking de voornaamste oorzaak.


Voorkomen

Verdrinken vindt vrijwel altijd plaats in water, hoewel men in principe in iedere vloeistof kan verdrinken. 90% van de verdrinkingen vindt plaats in zoet water, 10% in zee. Hoewel het één van de meest voorkomende doodsoorzaken bij (kleine) kinderen is, geldt het ook als één van de meest vermijdbare doodsoorzaken. Twee van de drie slachtoffers is mannelijk. De midden- en lagere inkomenslanden nemen gezamenlijk 96% van alle verdrinkingen voor rekening.


Soorten verdrinkingen

Primaire verdrinking
Primaire verdrinking ontstaat als een slachtoffer dat te water geraakt is door uitputting 'kopje onder gaat' of wanneer iemand niet goed kan zwemmen en zich niet boven water kan houden. In eerste instantie probeert het slachtoffer de mond nog dicht te houden, maar wanneer de ademreflexen de overhand krijgen slikt het slachtoffer het water in en zal het ook water inademen. Als gevolg van zuurstoftekort door het uitblijven van normale ademhaling treedt bewusteloosheid op.


Secundaire verdrinking
Secundaire verdrinking ontstaat als het slachtoffer eerst het bewustzijn verliest en vervolgens pas wordt ondergedompeld. Er is dan sprake van een andere oorzaak van het bewustzijnsverlies. Deze term mag echter nadrukkelijk niet verward worden met secondary drowning! Het bewustzijnsverlies kan verschillende oorzaken hebben, zoals:

  • vasovagale reflex (flauwte): overprikkeling van de nervus vagus door pijn, angst, koude, stress, emoties. Hierdoor daalt de hartslag en de bloeddruk en verliest het slachtoffer het bewustzijn.
  • zuurstoftekort als gevolg van belemmering van de luchtwegen
  • epileptische aanval door kou of weerkaatsend licht
  • diabetes mellitus: hypoglycemie, hyperglycemie
  • hartinfarct, herseninfarct
  • allergische reactie door bijvoorbeeld kwallensteek of beet van de pieterman
  • activatie van het spijsverteringsstelsel na de maaltijd, dit zorgt voor afname van doorbloeding van andere organen doordat bloed nodig is voor de vertering
  • onderkoeling als gevolg van lage watertemperatuur of onvoldoende aanpassing van het lichaam aan de omgevingstemperatuur.
  • koudeshock


Overige oorzaken

  • niet kunnen zwemmen (kleine kinderen)
  • dronkenschap of drugsgebruik
  • (over)vermoeidheid tijdens zwemmen, kramp in de spieren
  • trauma: duiken in ondiep water, klap tegen het hoofd
  • onwelwording (kwallensteken)
  • caissonziekte bij duiken door te snel stijgen
  • weggevoerd of onder water gesleept worden door stromingen
  • stoornissen in de vitale functies
  • ongevallen (door het ijs zakken, auto raakt te water, duikongeval etcetera) en rampen (schipbreuk, overstroming, etcetera)
  • zelfmoord


Het verdrinkingsproces

Een verdrinkingsproces duurt 3 à 7 minuten, waarvan maximaal 3 minuten bij bewustzijn. Voor de verdrinking zelf (die begint met onderdompeling) kunnen twee voorfasen optreden, indien het slachtoffer bij bewustzijn te water raakt.


Fase 1: de noodfase

De zwemmer is in ernstige nood maar kan nog rationeel handelen en zijn mond boven water houden. Hij zal spartelen, om hulp roepen of uit het water proberen te komen.


Fase 2: het optreden van verdrinkingsreflexen

Het is een misvatting dat alle verdrinkende slachtoffers om hulp schreeuwen en spartelen; vaak doen ze dit niet.


Vlak voor de onderdompeling zelf treedt een aantal reflexen op waarbij het lichaam een laatste poging onderneemt om lucht te bekomen. Het slachtoffer trappelt (ongericht) met de armen en benen, kantelt het hoofd achterover en probeert naar lucht te happen. Het slachtoffer lijkt te watertrappelen of te zwemmen maar komt niet vooruit. De ogen staan vaak glazig en de gezichtsuitdrukking is angstig. Omdat één en ander reflexmatig gebeurt en de mond te dicht bij het water is, kan het slachtoffer niet (meer) schreeuwen. Badmeesters en strandwachten worden getraind dit gedrag te herkennen, maar voor de onervaren zwemmer komt dit bedrieglijk over als normaal gedrag, het slachtoffer lijkt te watertrappelen. Iemand kan dus verdrinken in een zwembad terwijl de zwemmers om hem heen niets in de gaten hebben.


Bovengenoemd gedrag is een aanwijzing dat de persoon binnen een minuut zal verdrinken en een signaal voor badmeesters, strandwachten en reddingswerkers om onmiddelijk in actie te komen. In deze fase is het volstrekt ondenkbaar dat het slachtoffer op eigen kracht uit het water komt, hij moet (snel) gered worden.


Onderdompeling en verdrinking

Wanneer het slachtoffer niet gered wordt zal de onderdompeling volgen, waarbij de adem wordt ingehouden (duikreflex). Uiteindelijk hapt een mens zelfs onder water reflexmatig naar adem, hierdoor lopen vaak de longen vol water (natte verdrinking). Het water in de longen wordt opgenomen in de bloedbaan, en het watervolume in het bloed neemt toe. De bloedcellen kunnen hier niet tegen en vallen uiteen waarbij het giftige kalium vrijkomt. Omdat het hart dat extra water op den duur niet meer kan rondpompen en door de kalium ontregeld raakt, treedt er uiteindelijk een hartstilstand op. In ieder geval zullen de hersenen na verloop van tijd geen zuurstof meer aangeleverd krijgen, waardoor de (hersen)dood intreedt.

Bij een droge verdrinking sluit het strotklepje de longen af, waardoor hooguit wat water in de maag terechtkomt. De dood treedt ook hier uiteindelijk in door zuurstofgebrek.


Factoren die van invloed zijn

Koudeshock
Koudeshock is een reactie van het lichaam op plotselinge onderdompeling in ijskoud water. Hierbij zal het slachtoffer snakken naar lucht, gevolgd door forse hyperventilatie die ruim 5 minuten kan aanhouden. De bloeddruk en hartslag stijgen snel, waardoor hartritmestoornissen kunnen optreden. De koudeshock zorgt ervoor dat mensen niet kunnen zwemmen en daardoor verdrinken.


Duikreflex
Bij jonge kinderen ontstaat bij onderdompeling van het gezicht in koud water een bijzondere reflex, waardoor de bloedvaten samentrekken (vaatvernauwing). Hierdoor stijgt de bloeddruk en zal de hartfrequentie dalen. Dit zorgt voor een gunstige daling van het zuurstofverbruik, er zal minder snel een zuurstoftekort optreden en de overleving is beter.


Watertemperatuur
De watertemperatuur is een belangrijke factor voor de overleving. Hoe lager de temperatuur van het water waarin het slachtoffer is ondergedompeld, des te beter zijn de overlevingskansen. Door het koude water wordt het metabolisme in de cellen vertraagd, waardoor het zuurstofgebruik afneemt en er minder zuurstoftekort optreedt. Het hart gaat trager kloppen. Indien de verdrinking optreedt nadat het slachtoffer onderkoeld is geraakt, is de overlevingskans beter, immers is er op dat moment relatief weinig zuurstoftekort ingetreden omdat de lichaamsprocessen al op een laag pitje stonden. Wanneer het slachtoffer al veel energie verbruikt heeft en dan ondergedompeld wordt (bijvoorbeeld na een overlevingsstrijd), is er een grotere kans op schade door zuurstoftekort. Onderkoeling heeft dus een gunstig effect op de nadelige verschijnselen van zuurstoftekort.
Een verdrinkingsslachtoffer dat onderkoeld geraakt is mag pas dood verklaard worden door een arts als hij weer geheel tot 37 graden is opgewarmd en adequaat gereanimeerd is. Het is namelijk in onderkoelde toestand niet te bepalen of er hartactie is en of er schade is als gevolg van zuurstoftekort. In het Engels wordt dat ook wel genoemd: You're only dead when you're warm and dead.


Verdrinking in zoet water
Bij verdrinking in zoet water treedt bij het binnendringen van water in de mond/keelholte een verkramping van de stembanden op (laryngospasme). Dit voorkomt dat water in de longen loopt. Echter zal het water in plaats daarvan in de maag terechtkomen. Het slachtoffer verstikt door de afsluiting van de luchtpijp op het niveau van de stembanden. Dit wordt 'droge verdrinking' genoemd, er komt immers geen water in de longen en het slachtoffer komt om door verstikking. In een later stadium ontspannen de stembanden weer en zal alsnog water in de longen komen.
Zoet water in de longen zorgt voor een verplaatsing van water van de longen naar het bloed. Hierdoor neemt het bloedvolume in de vaten toe. Water zorgt ervoor dat de rode bloedcellen zich opblazen en kapot gaan. Daarbij komen veel stoffen vrij in het bloed, waaronder kalium dat zorgt in verhoogde concentraties voor hartritmestoornissen zoals kamerfibrilleren. Dit proces verloopt snel en leidt in korte tijd tot de dood.


Verdrinking in zout water
Bij verdrinking in zout water wordt als gevolg van de samenstelling van het zeewater vocht vanuit de bloedvaten in de longen getrokken. Hierdoor komt vocht in de longen en ontstaat longoedeem. Door verplaatsing van vocht uit de bloedbaan naar de longen neemt het bloedvolume af, waardoor hypovolemische shock ontstaat. Door steeds verder vorderende shock, toename van de hartfrequentie en uitputting van het hart zal na enige tijd een hartstilstand ontstaan.
Voor de eerste hulp is verdrinking in zoet of zout water niet relevant.


Eerste Hulp aan een drenkeling
Een drenkeling met onderkoeling moet horizontaal uit het water gehaald worden. Iedere beweging kan zorgen dat afgekoeld bloed zich verder in het lichaam verplaatst en verdere afkoeling en hartritmestoornissen veroorzaakt. Daarnaast is er sprake van hydrostatisch drukverval, waarbij de waterdruk van buitenaf op het lichaam wegvalt en de bloeddruk daalt snel. Dit wordt voorkomen door horizontale redding. Indien een slachtoffer bewusteloos is heeft beademing prioriteit en is horizontale redding van ondergeschikt belang.
Tijdens de redding van een drenkeling kan de zogenaamde reddingscollaps optreden, waarbij het slachtoffer bij het zien van zijn redders het bewustzijn verliest. Dit kan zowel optreden voor, tijdens en na de redding. Een reddingscollaps treedt op als gevolg van het wegvallen van de adrenaline-spiegel. Bij een slachtoffer in nood maakt het lichaam veel adrenaline aan, wat zorgt dat het slachtoffer een snelle hartslag krijgt en de bloeddruk stijgt. Wanneer de drenkeling merkt dat zijn redding nabij is, daalt de adrenaline spiegel en kan hij door de daling van de bloeddruk het bewustzijn verliezen. Wanneer dit in het water gebeurt bestaat het risico dat hij alsnog 'kopje onder' gaat.


Na redding
In principe moet ieder slachtoffer van verdrinking door een arts gezien worden. Als het slachtoffer ABCDE-instabiel geweest is, of aangeeft zich verslikt te hebben in het water is transport per ambulance naar het ziekenhuis aan te raden. In andere gevallen kan via de dienstdoende huisarts gekeken worden of er noodzaak is. Dit is belangrijk, omdat in de eerste uren en dagen na een verdrinking waarbij water in de longen terecht gekomen is levensgevaarlijke complicaties kunnen optreden:


Secondary drowning
Secondary drowning, of 'late verdrinking' ontstaat enige uren na redding, nadat het slachtoffer in eerste instantie verdronken was. Water in de longen leidt tot irritatie aan de longblaasjes en er ontstaat vaak een ernstige ontstekingsreactie. Veranderingen in de longblaasjes en kleine bronchiën zorgen voor stugheid en samenvallen van longblaasjes, wat de ademhaling bemoeilijkt. Door schade aan de cellen komen eiwitten vrij, die bij ademhaling zorgen voor een schuimend effect. Het slachtoffer hoest wittig of rozig schuim op en wordt steeds benauwder.


Verslikkingslongontsteking
Een andere mogelijk gevaarlijke complicatie is de aspiratiepneumonie (verslikkingslongontsteking). In tegenstelling tot secundary drowning gaat het hier om een bacteriële infectie (en geen steriele ontsteking, d.w.z. een ontsteking zonder bacterie) die het slachtoffer heeft opgelopen uit het water, nadat deze water in de longen heeft gekregen. In tegenstelling tot de verwachting is er nog geen duidelijk verband gevonden tussen het optreden van deze bacteriële longontsteking en de verontreinigingsgraad van het water. Ook vanuit een 'schoon' zwembad kan men een aspiratiepneumonie oplopen. Ook het standaard gebruiken van antibiotica bij drenkelingen ter voorkoming van de longontsteking staat nog sterk ter discussie.


Ontregeling van organen
Als gevolg van zuurstoftekort in weefsels en organen kunnen giftige stoffen vrijkomen in de bloedbaan. Deze stoffen zoals zuren en andere afvalstoffen ontstaan bij zuurstoftekort in de cellen en kunnen ernstige schade aan de nieren (nierinsufficiëntie) en hersenen ontstaan. De hersenen kunnen opzwellen (hersenoedeem) waardoor opnieuw zuurstoftekort optreedt en uitvalsverschijnselen ontstaan. Ook wordt het hart gevoeliger voor hartritmestoornissen.