Voor het waarborgen van de veiligheid in en rond het zwembad en om adequaat te kunnen handelen tijdens de hulpverlening is het belangrijk dat je veiligheidsbewust bent. Dit wil zeggen dat je je bewust ben van eventuele risico's en gevaren. Als je je hier bewust van bent kan je hier als Lifeguard invloed op uitoefenen.
Ongevallen voorkomen
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Daarom is het belangrijk dat je tijdig op gevaarlijke situatie reageert en (structurele) oorzaken wegneemt. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat je zelf actie moet ondernemen, misschien moet de beheerder van het zwembad ingelicht worden. Een Lifeguard kan natuurlijk wel preventief reageren, bijvoorbeeld door mensen aan te spreken op hun (gevaarlijke) gedrag.
Gevaren in kaart brengen
Om inzicht te krijgen van de risico's in een zwembad, kan je een risicoanalyse doen. Ieder zwembad is conform de Arbowet verplicht om een RI&E te hebben. Dit staat voor Risico Inventarisatie & Evaluatie. In dit document worden per ruimte alle risico's beschreven. Door het in kaart brengen van de risico's kunnen mogelijke oorzaken aangeduid worden. Hierop kunnen dan maatregelen getroffen worden. Sommige risico's zijn altijd aanwezig, bijvoorbeeld een gladde vloer naast het bad. Andere risico's kunnen per dag verschillen, bijvoorbeeld het weer in een buitenzwembad.
Bij de risicoanalyse moet met verschillende zaken rekening worden gehouden. Bij het zwembad zelf kunnen risico's verbonden zijn aan de waterdiepte, maar bijvoorbeeld ook met glijbanen, stroomversnellingen, startblokken en duikplanken. Ook het type zwemmers kan invloed hebben op de risico's. Denk aan zwakke of kwetsbare zwemmers of kinderen zonder zwemdiploma's. Naast het zwembad en de zwemmers kunnen er ook activiteiten plaatsvinden die risicoverhogend zijn. Bijvoorbeeld een spelactiviteit met een opblaasbare waterattractie. Of een seniorenuurtje.
Vele risico's zijn te verkleinen door het opstellen van goede huisregels. Door bijvoorbeeld in te voeren dat badgasten niet mogen rennen in het zwembad, voorkom je al een aantal ongevallen door de gladde vloer. Ook door de badgasten aan te spreken op hun gedrag, kan je risicoverkleinend acteren. Belangrijk is dat je te allen tijde op tijd ingrijpt om noodgevallen te voorkomen.
Toezicht houden
Ook het toezicht houden aan het bad is van preventieve aard. Het werk van een Lifeguard is behoorlijk veeleisend. Je bent iedere dag weer verantwoordelijk voor de levens van zwemmers en baders. Als Lifeguard moet je deze verantwoordelijkheid willen nemen en je zowel binnen als buiten het werk professioneel gedragen. Je eigen vaardigheden zijn belangrijk om adequaat te kunnen reageren op noodsituaties. Of je nu parttime, seizoensgebonden of fulltime als Lifeguard werkt, je moet altijd je professionele houding bewaken en een standaard van zorg kunnen bieden.
Het houden van toezicht heeft één hoofddoel, namelijk het in de gaten houden of iemand nog in staat is om boven water te blijven, adem te halen en in leven te blijven. Effectief toezicht houden vraagt om een aantal vaardigheden:
- het herkennen van mensen in gevaar;
- de juiste plaats innemen;
- het scannen van de zone;
- communiceren.
Het herkennen van mensen in gevaar is niet altijd eenvoudig. Je moet goed observeren om het verschil te zien tussen een zwemmer die in paniek met zijn armen zwaait en een zwemmer die slechts aan het spelen is.
Overigens is zicht niet het enige zintuig dat een rol speelt bij het observeren. Ook je gehoor en reuk kunnen helpen. Denk aan het geluid van om hulp roepende mensen, van ruzies, van materiaal dat kapot gaat en van andere toezichthouders. De geur van alcohol of drugs kan aanleiding zijn om mensen ervan te weerhouden het water in te gaan en een chemische lucht kan wijzen op een lekkage. Als ervaren toezichthouder moet je dit soort signalen snel oppakken en er adequaat op kunnen inspelen.
Het innemen van de juiste plaats betekent dat je op de juiste wijze je zone kan overzien en toezicht kunt houden. Wees je bewust van onoverzichtelijke plekken in het bad. En houdt rekening met factoren als de grootte, de vorm en de diepte van het zwembad, de lichtinval, speciale attracties, de lijnen in het water en met afstapjes en trappetjes.
Een zone is een gebied waarvoor jij als toezichthouder verantwoordelijk bent tijdens het toezicht houden. De 10-20 regel bepaalt hoe groot zo'n zone maximaal mag zijn. De 10-20 regel houdt in dat je als toezichthouder je zone in 10 seconden geheel gescand moet hebben. In deze 10 seconden moet je ook herkennen of er met een zwemmer iets aan de hand is. Daarnaast moet je binnen 20 seconden bij de verst gelegen plek van je zone kunnen zijn om een zwemmer te redden. Herkenning, reageren en managen van een zwemmer in paniek binnen de eerste 30 seconden is een effectieve methode gebleken. Door gebruik te maken van de 10-20 regel kunnen we bepalen op welke plaatsen de toezichthouders het beste staan. Op basis daarvan kunnen we het zwembad in zones verdelen.
Zones bestaan niet alleen uit water, maar ook uit trappen, ladders, enzovoort. De grootte van een zone hangt dus af van de 10-20 regel, maar ook van lichtinval, de zichtbaarheid van het water, het aantal recreanten en het aantal toezichthouders. Een zone is niet plat, maar heeft een driedimensionaal karakter: van de bodem tot het wateroppervlakte en alles wat daar tussenin valt, maar ook de omgeving rond het water.
Als toezichthouder moet je elk deel van jouw aangewezen zone overzien. Hiervoor moet je:
- duidelijk de grenzen van je eigen zone kennen;
- je aandacht erbij houden en je niet laten afleiden;
- continu je zone scannen (iedere 10 seconden opnieuw).
Bij het scannen van je zone kan je de 3D-scantechniek gebruiken. Bij deze techniek bekijk je eerst het gebied onder het wateroppervlak. De personen die hier in moeilijkheden zijn, hebben een grote kans op overlijden. Daarna bekijk je of aan het wateroppervlak personen in de problemen zijn of dreigen te komen. Als laatste controleer je de omgeving: kijk naar situaties die om het handhaven van regels vragen.
Communiceren tijdens het toezicht houden kan op verschillende manieren. Denk aan verbale communicatie (het gebruik van woorden) en non-verbale communicatie (gebruik van gebaren en/of gezichtsuitdrukkingen). In een zwembad kan communicatie soms moeilijk zijn, vanwege drukte, het weer, de akoestiek of de afstand. Toch is het belangrijk om te kunnen communiceren met zowel de gasten als met je leidinggevende en andere toezichthouders. Gebruik maken van communicatiemiddelen kan dit gemakkelijker maken. Denk aan telefoons, portofoons, megafoons of een omroepinstallatie.
Het aantal toezichthouders dat nodig is binnen een gebied hangt af van meerdere aspecten:
- de grootte en opzet van de zone;
- het aantal aanwezige en verwachte zwemmers;
- leeftijd en vermogens van de zwemmers;
- type activiteiten dat wordt aangeboden;
- specifieke gevaren in de zone (bijvoorbeeld glijbanen of duikplanken);
- het weer (specifiek bij buitenbaden);
- de hoeveelheid en het type materiaal dat mensen meenemen of al aanwezig is.
Er zijn meerdere aspecten die de werkzaamheden van een toezichthouder kunnen beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan de temperatuur (zowel bij een binnenbad als een buitenbad). Zorg altijd voor je eigen veiligheid zodat je je werkzaamheden goed kan blijven uitoefenen. Door bijvoorbeeld veel te drinken, regelmatig pauzes te nemen, zonnebrandcrème te gebruiken en voor schaduw (petje of parasol) te zorgen kan je bij hoge temperaturen je eigen veiligheid waarborgen.
Toezichthouders vinden het vaak makkelijker om alert te blijven tijdens drukke periodes. Maar ook wanneer het rustig is, moet je waakzaam zijn. Om alert te kunnen blijven is het noodzakelijk om regelmatig pauzes te nemen. Ook het rouleren van toezichthouders naar andere plekken en andere taken is één van de manieren om alert te blijven.
Met rouleren bedoen we dat de ene toezichthouder de ander gaat aflossen, zodat hij naar een andere plaats kan, pauze kan nemen of zijn dienst kan beëindigen. Het is belangrijk dat er regelmatig gerouleerd wordt, zowel tijdens drukke als rustige periodes. Wisseling van plek helpt je te concentreren en het kan vermoeidheid en verveling voorkomen. Maak goede afspraken over het rouleren. Hoe vaak en om de hoeveel tijd wordt er gerouleerd? Zorg er altijd voor dat je je zone pas verlaat als je bent afgelost door een andere toezichthouder. Zo voorkom je dat een zone tijdelijk zonder toezicht is.
Zorg er ten slotte voor dat je goed op de hoogte bent van de geldende huisregels. Deze regels moeten gehandhaafd worden om gevaarlijke situaties te voorkomen. Wat is wel en niet toegestaan bij de glijbaan of de duikplank? Waar mogen kinderen zonder zwemdiploma's wel en niet komen? Wat zijn de afspraken over het gebruik van grote materialen zoals matten? Als alle toezichthouders de regels handhaven is het voor de gasten duidelijk wat wel en niet mag.