OTHER INJURIES

Je bent al ver met de behandeling van het slachtoffer en de gewondenhelper en geneeskundige afvoer is mogelijk onderweg. Tot het moment van overdragen ga je door met het onderzoeken en behandelen van alle overige aandoeningen en het controleren van eerder toegepaste behandelingen.


De behandeling in dit stadium van de hulpverlening is vooral gericht op het voorkomen van verergering van de toestand van het slachtoffer. Vraag tevens na wat de aankomsttijd is van de geneeskundige afvoerploeg en of er nog verplaatsingen noodzakelijk zijn, zoals naar een gewondennest.


Aan het eind van deze module met bijbehorende training kun je:

  • penetrerend oogletsel herkennen en behandelen;
  • brandwonden herkennen en behandelen;
  • botbreuken herkennen en behandelen;
  • stomp of penetrerend hoofdletsel herkennen en behandelen;
  • overige wonden afdekken;
  • het slachtoffer geruststellen en een comfortabele houding (laten) aannemen.


Penetrating eye trauma: penetrerend oogletsel

Penetrerend oogletsel kan duidelijk zichtbaar aanwezig zijn zoals bij een grote scherf of splinter. Echter, in sommige gevallen is het voorwerp zo klein dat het oogletsel daardoor moeilijk vast te stellen is. Het is belangrijk om dan naar de verschijnselen te kijken van een oogletsel.


Verschijnselen van oogletsel:

  • Pijn aan het aangedane oog;
  • Overmatig tranen;
  • Er kan een tik tegen/in het oog gevoeld zijn;
  • Bloed in en om het oog;
  • Afwijkende vorm van de pupil;
  • Zichtverlies en/of wazig of dubbelzien.


Het is van groot belang om druk op het oog te voorkomen en zo verdere schade te beperken. Daarom wordt bij het vermoeden of vaststellen van oogletsel het oog afgedekt met een stevige oogbeschermkap.


LET OP: als alternatief kun je desnoods een scherfwerende bril of veiligheidsbril gebruiken.


VAARDIGHEID:


Burns: brandwonden

Brandwonden kunnen variëren van oppervlakkig tot diep in de huid en kunnen in verschillende mate van ernst bij een slachtoffer voorkomen. Er kunnen meerdere oorzaken zijn, zoals door vuur, chemische (vloei)stoffen zoals fosfor of elektriciteit. Het is vooral van belang om snel de verschijnselen te herkennen en de behandeling te starten met koelen.


Verschijnselen van brandwonden:

  • Pijn met roodheid (eerstegraadsverbranding (vroegere benaming) van de opperhuid, zoals bij een oppervlakkige verbranding door te veel blootstelling aan de zon);
  • Pijn met blaren (tweedegraadsverbranding (vroegere benaming) van de lederhuid, een diepere verbranding);
  • Geen pijn (meer), witte of zwarte huid (derdegraadsverbranding (vroegere benaming) tot in het onderhuidsbindweefsel).


Koel alle brandwonden gedurende minimaal 10 minuten met (bij voorkeur) lauw stromend water. Laat het water niet direct op de wond stromen, maar net erboven via niet-aangedane huid. Verwijder zo snel mogelijk kleding, uitrusting en eventuele sieraden en zorg dat blaren heel blijven. Verleng het koelen met 10 minuten als de hitte niet uit de huid is op indicatie van pijnbeleving.


Bij chemische verbrandingen spoel/koel je 45 tot 60 minuten. Let op dat het slachtoffer niet onderkoeld raakt door de langere tijd van spoelen/koelen.


Fosfor

Fosfor bevindt zich in bepaalde munitiesoorten en brandt spontaan als het in aanraking komt met zuurstof en het blijft overal aan plakken. Fosforbrandwonden zijn herkenbaar aan de witte rookpluimpjes die uit de wonden komen, in het donker licht fosfor op. Fosforbrandwonden hebben een specifieke behandeling nodig:

  • Houd het lichaamsdeel waarop fosfor is ingebrand bij voorkeur onder water, zodat er geen zuurstof meer bij kan komen. Hierdoor stopt het met branden.
  • Verwijder aangetaste kleding door deze weg te knippen of te snijden en haal goed zichtbare stukjes fosfor direct weg, vermijd contact met je handen en/of andere lichaamsdelen.
  • Verbind de wonden en houd het verband kletsnat. Zo voorkom je dat er zuurstof bij kan komen.


LET OP: als er genoeg hulp aanwezig is, laat deze dan zo snel mogelijk de kleding verwijderen en beginnen met koelen terwijl je zelf het MARCH-protocol afgaat.


Fractures: botbreuken

Vraag, kijk en voel naar de verschijnselen die kunnen voorkomen:

  • Veel pijn;
  • Een abnormale stand van de ledematen;
  • Een zichtbaar lengteverschil van de ledematen;
  • Niet kunnen of willen bewegen;
  • Een wond op de plaats van de vermoedelijke breuk met of zonder een zichtbaar uitstekend bot (open of gesloten breuk);
  • Zwellingen en/of blauwe verkleuring van de huid;
  • Gevoelsverlies in de aangedane ledemaat;
  • Soms is er ook een krakend gevoel of geluid waargenomen.


Het is van belang om gebroken ledematen en lichaamsdelen zo stil mogelijk te houden om verdere schade te voorkomen (immobiliseren). Gebroken botdelen kunnen erg scherp zijn en omliggend weefsel, zoals bloedvaten, spieren en zenuwen beschadigen bij bewegen. Door het stil houden van het breukgebied verminder je tevens de pijn. 


Laat het slachtoffer een gebroken arm zo stil mogelijk houden dicht tegen het lichaam aan. Als er hulp beschikbaar is, laat deze dan met de handen of met geïmproviseerd materiaal een gebroken been ondersteunen. Open botbreuken dek je vervolgens af met een gaas/verband zonder hier druk op uit te oefenen.


Head injury: hoofverwonding (stomp of penetrerend)

Stomp hoofdletsel komt vaak door een harde klap tegen het hoofd bij bijvoorbeeld explosies, vallen of verkeersongelukken. Penetrerend hoofdletsel ontstaat hoofdzakelijk door munitie van klein kaliber wapens, messteken of door scherfwerking bij explosies. Een combinatie van stomp en penetrerend hoofdletsel is ook mogelijk.


Onderzoek het hoofd van het slachtoffer. Vraag bijvoorbeeld nog een keer wat er gebeurd is en waar het pijn doet. Kijk in de eerste plaats naar blauwe plekken, zwellingen en/of wonden. Kijk verder ook naar verschijnselen die kunnen wijzen op hersenletsel:

  • Verminderd bewustzijn;
  • Verwardheid/duizeligheid;
  • Hoofdpijn;
  • Oorsuizen;
  • Geheugenverlies;
  • Misselijkheid/overgeven;
  • Dubbelzien.


Onderliggend (hersen)weefsel bescherm je met een bedekkend verband tegen verdere besmetting. Dat kan bijvoorbeeld met gaas en/of een los aangelegd Emergency Bandage.


Bewaak ook het bewustzijn van het slachtoffer. Een bewustzijnsvermindering is een teken van verslechtering. Een snelle en correcte melding volgens MIST AT is belangrijk om ervoor te zorgen dat het slachtoffer snel wordt afgevoerd. Een MIST AT dient steeds te worden aangevuld met nieuwe informatie, zodat de geneeskundige afvoerketen hierop in kan spelen. 


Overige wonden

Alle overige wonden worden afgedekt met een gaas of verbonden met een (wonddruk)verband. Er hoeft niet altijd veel druk op te staan, los verbinden op een wijze waarbij de gehele wond is afgedekt is voldoende om verdere besmetting te voorkomen.


Eén van de middelen in de uitrusting, naast de gazen, is het Emergency Bandage. Dit is een kant-en-klaar verband dat gebruikt kan worden voor het verbinden van kleinere wonden. Het kan tevens gebruikt worden als een ondersteunend middel. Het kan bijvoorbeeld dienen als fixatiemiddel van andere verbandmaterialen, zoals het geavanceerd hemostatisch gaas dat eerder is gebruikt voor het geven van directe druk. Echter, het kan ook gebruikt worden bij het immobiliseren van lichaamsdelen.


VAARDIGHEID:


Blijf praten met het slachtoffer en help het slachtoffer in het aannemen van een comfortabele houding waarbij het belangrijk is dat de luchtweg openblijft. Als het slachtoffer bij bewustzijn is dan heeft deze hoogstwaarschijnlijk uit zichzelf al de meest comfortabele houding aangenomen. Zo niet, dan kun je hierbij helpen als het slachtoffer dit aangeeft.


LET OP: drinken is alleen toegestaan als het slachtoffer bij bewustzijn is, zelf kan en wil drinken en dus kan slikken.


Voor een bewusteloos slachtoffer is de buik-/zijligging een comfortabele en veilige houding. Zorg dat de mond richting grond is gericht.