CIRCULATION (circulatie)

In deze stap zijn de potentiële dodelijke bloedingen gestopt, is de luchtvrij vrij en is er sprake van normale ademhaling. Dan is het nu tijd om te kijken of de bloedsomloop (circulatie) nog intact is. Het bloed moet immers vrij door het lichaam kunnen stromen. Teveel bloedverlies kan uiteindelijk leiden tot shock. Ook problemen in de hartfunctie vallen onder de circulatie.


Gemiddeld hebben mensen tussen de 4 en 6 liter bloed in hun lichaam, afhankelijk van hun lichaamsgewicht. De bloedsomloop (circulatie) zorgt ervoor dat zuurstof en andere stoffen door je lichaam vervoerd worden. Daarom is het belangrijk dat de bloedsomloop intact blijft. Bij een te veel aan bloedverlies kan het slachtoffer ook bewusteloos raken en erger.


Wanneer een slachtoffer een circulatieprobleem heeft kun je ze het beste zo min mogelijk laten inspannen. Op de rug laten liggen, of nog beter op de zij, heeft de voorkeur. Het hart heeft dan minder kracht nodig om de hersenen van bloed te voorzien.


Pijn op de borst/hartklachten

Volwassenen kunnen problemen krijgen in de circulatie. Een ader kan verstopt raken waardoor het hart geen bloed en zuurstof meer krijgt. Er ontstaat dan een probleem in de circulatie: een hartaanval of hartinfarct. Dit kan acuut maar ook sluimerend zijn. Niet iedereen heeft dezelfde klachten. Een hartinfarct ontstaat plotseling, maar je kunt al wel langer klachten hebben. Soms hebben mensen in de periode vooraf pijn op de borst. De verschijnselen bij mannen en vrouwen zijn over het algemeen verschillend. Waar mannen toch vaak de klassieke symptomen hebben, hebben vrouwen vaker onduidelijkere klachten die niet altijd direct linken aan hartproblemen. Waarom dit zo is weten ze (nog) niet.


Meest voorkomende verschijnselen bij mannen:

  • Drukkende pijn op de borst;
  • Uitstralende pijn naar de armen, schouderbladen, hals, kaak of maagstreek;
  • Zweten;
  • Misselijkheid of braken.


Meest voorkomende verschijnselen bij vrouwen:

  • Pijn in de bovenbuik, kaak, nek of tussen de schouderbladen, zonder pijn op de borst;
  • Kortademigheid;
  • Extreme moeheid;
  • Duizeligheid;
  • Onrustig gevoel of gevoelens van angst;
  • Snelle ademhaling.


Bij een beginnend hartinfarct, of een vermoeden daarvan, bel je altijd 112. Houd het slachtoffer rustig en blijf de vitale functies controleren. Maak knellende kleding los en bescherm het slachtoffer tegen afkoelen. Het slachtoffer kiest zelf een comfortable houding. Leg bij hartklachten het bovenlichaam bij benauwdheid bij voorkeur hoger en bij flauwte en duizeligheid de benen iets hoger (knipmeshouding). Laat indien mogelijk alvast een AED ophalen en deze buiten het zicht van het slachtoffer plaatsen. De AED is dan beschikbaar als het slachtoffer in een situatie komt waarin reanimatie noodzakelijk is. Een AED wordt alleen aangesloten als het slachtoffer bewusteloos is.


Uitwendige bloedingen

Er zijn natuurlijk genoeg bloedingen die niet catastrofaal (potentieel dodelijk) zijn. De catastrofale bloedingen hebben we al verholpen bij de kleine (c). Wanneer iemand een uitwendige bloeding heeft is het altijd belangrijk deze bloeding te stelpen. Bij voorkeur pak je hiervoor een doek en druk je deze rechtstreeks op de wond. Heb je geen doek of iets wat daar op lijkt bij de hand? Gebruik dan je handen, of nog mooier: laat het slachtoffer met zijn eigen handen de wond dichtdrukken. 


Wanneer je je verbandtrommel bij de hand hebt ga je allereerst de wond afdekken met een snelverband. Dit is een niet-verklevend gaasje met aan twee zijden een zwachtel. Leg de gladde kant van het gaasje op de wond. Ga daarna met de zwachtel over het gaasje heen zodat deze de wond goed afdekt. Zorg er ook voor dat de zijkanten goed afgedekt zijn. Zo komt er geen vieze rommel in de wond/onder het gaasje.


Indien dit niet voldoende is (het bloed komt er toch doorheen), maak je er een wonddrukverband van. Bovenop het snelverband en bovenop de wond leg je dan een rolletje. Dit rolletje zet je vast met een elastisch zwachtel (ideaalzwachtel). Zorg ervoor dat je op het rolletje (waaronder dus de wond zit) extra druk uitoefent. Doe dit effectief. Het stelpen van deze bloeding is belangrijker dan pijn en andere ongemakken.


Tips:

  • Indien er nog een voorwerp in zit (bijvoorbeeld een stuk glas, schaar, mes, o.i.d.), laat deze dan zitten. Zorg ervoor dat je dit voorwerp vastzet/ruim afdekt zodat deze niet meer schade kan veroorzaken door op-en-neer of heen-en-weer te gaan.
  • Als je een verbandje afrolt, doe dan dan zo dat je in de rol kijkt. Hiermee voorkom je dat hij uit je handen glijdt en zal hij makkelijker afrollen.
  • Zorg dat je een up-to-date verbandtrommel hebt. Het hoeft geen mega grote koffer te zijn, maar er moet wel voldoende in zitten waarmee je ook wat kunt. Kijk bij de aanschaf dus niet alleen naar de prijs/merk, maar ook naar de inhoud.
  • Als de wond verbonden is, laat het slachtoffer dan eventuele sieraden (zelf) af doen.


Beknelling/amputatie

Bij een beknelling komt een lichaamsdeel vast te zitten. Bijvoorbeeld een ring die vast zit, maar dit kan ook een lichaam(sdeel) als gevolg van een ongeval zijn. Hierdoor komt er zo veel druk op het lichaamsdeel dat er geen bloed meer bij komt. Slachtoffers hebben vaak een doof of tintelend gevoel in het beknelde lichaamsdeel. Later wordt dit een brandend en zeer pijnlijk gevoel. Het lichaamsdeel kan opzwellen en zowel blauw als wit verkleuren. Bij een ernstige beknelling bel je altijd 112. Het loshalen van een slachtoffer is altijd in opdracht van- of door zorg van de professionele hulpverleners.


Let op: het bloed in een bekneld lichaamsdeel staat stil. Nieuw bloed kan er niet meer bij komen. Hierdoor hopen afvalstoffen zich op. Wanneer de beknelling verholpen wordt, stroomt er schoon bloed in. Het 'vuile' bloed stroomt het lichaamsdeel uit. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor het slachtoffer. Laat het losmaken van een ernstige beknelling dan ook altijd over aan de professionele hulpverlening!


Bij een amputatie mist het slachtoffer een stukje of een geheel lichaamsdeel. Je kunt denken aan een afgesneden vingertopje of een afgerukt/gesneden arm/been. Een amputatie valt onder de uitwendige bloedingen. Dek ook een amputatie goed af en leg zo goed en kwaad als het kan een wonddrukverband aan. De kans is namelijk groot dat het misschien nu niet bloedt, maar vaak zul je zien dat na enige tijd het bloeden wel op gang komt. 


Let op: het lichaamsdeel wat er af is kan in sommige gevallen nog weer aangezet worden. Probeer deze dus weer terug te vinden (na het hulpverlenen) en mee te geven aan het slachtoffer. Doe het lichaamsdeel in een droge zak en plaats deze dan weer in een zak of bak met ijs.


Inwendige bloedingen

Bij een ongeval, door bijvoorbeeld een klap of val, kan er ook een wond aan de binnenkant van het lichaam ontstaan. Het bloedvatenstelsel of de organen raken dan beschadigd waardoor er bloed uit de vaten stroomt. Het bloed blijft echter wel in het lichaam, dus in eerste instantie zie je niets. Maar het lichaam kan niet meer goed het bloed, zuurstof en afvalstoffen rondpompen door de vaten. 


In de meeste gevallen is er dus een ongeval aan vooraf gegaan. Daarnaast kun je wellicht bloeduitstortingen zien op de plek van de pijn. Ook kun je het slachtoffer in een foetushouding aantreffen. Het slachtoffer kan in shock raken, dit is een levensbedreigende situatie. Aan de inwendige bloeding zelf kun je helaas niks doen. Dit moet in het ziekenhuis bekeken en verholpen worden. Bel daarom altijd direct 112 en vermeld erbij dat je inwendige bloedingen vermoedt. Houdt in de gaten of het slachtoffer shockverschijnselen krijgt.


Shock

Shock is een levensbedreigende situatie. Het slachtoffer heeft een tekort aan rondcirculerend vocht in zijn lichaam. Hierdoor krijgen de vitale organen te weinig en uiteindelijk geen bloed en zuurstof meer. Je kunt deze situatie als hulpverlener niet terugdraaien. Het enige wat je kunt doen is tijdig de boel stabiliseren en zorgen voor professionele hulp. 


Het tekort aan vocht kan ontstaan door hevig bloedverlies, grote brandwonden, hevig zweten, hartfalen, hevig braken en hevige diarree. Het lichaam geeft nu prioriteit aan de vitale functies zodat het voldoende zuurstof krijgt en uitvallen voorkomen of uitgesteld wordt. Het herkennen van shock is best lastig, zeker als je de oorzaak niet ziet of gezien hebt. Het slachtoffer is vaak angstig en onrustig. Het lichaam gaat delen 'uitschakelen' omdat het minder van vocht wordt voorzien. Een slachtoffer met inwendige bloedingen kan naast pijn ook last hebben van een harde buik en bloeduitstortingen. Vaak heeft hij de handen daar waar de pijn zit. Hij voelt zich vaak ellendig, heeft het koud, krijgt dorst, heeft een bleke kleur. Je kunt zien dat het slachtoffer zich écht niet goed voelt.


Bel daarom zo snel mogelijk 112 en vermeld erbij dat je een vermoeden hebt van shock. Ondanks dat het slachtoffer aangeeft dorstig te zijn, geef liever geen eten of drinken. Je activeert hiermee de maag. Je vergroot de kans op braken, wat in deze situatie niet handig is. Bovendien gaat de maag om bloed vragen, terwijl dit bloed juist nodig is voor de vitale functies.


Anafylactische shock

Een anafylactische shock is een variant van shock, maar dan veroorzaakt door een allergische reactie. De bloedvaten gaan open staan en de bloeddruk daalt. De oorzaak is een allergische reactie op een bepaalde stof. Dit kan eten, drinken, insectensteken en -beten zijn. Een anafylactische shock kan dodelijk zijn. Er kunnen zwellingen gaan ontstaan. Als deze zwellingen optreden in de luchtpijp wordt de ademhaling bedreigt. Anders dan bij een gewone shock stroomt het bloed nu juist naar de huid. Het slachtoffer word vlekkerig rood en krijgt zwellingen in het gezicht, de hals en lippen. De zwellingen zorgen vaak voor ademhalingsmoeilijkheden (benauwd). Ook heeft het slachtoffer vaak jeuk, is duizelig, misselijk of verliest zelfs het bewustzijn. 


Wordt het slachtoffer benauwd en heeft deze zwellingen in de keel, bel direct 112 en vermeld dat je een anafylactische shock vermoed. Zorg voor zo min mogelijk inspanning van het slachtoffer. Wanneer mensen bekend zijn met een ernstige allergie hebben ze vaak noodmedicatie mee. Dit kunnen zowel pilletjes als een auto-injector (bijvoorbeeld een Epipen) zijn. Het slachtoffer neemt dit zelf in of dient dit zelf toe. Wanneer het slachtoffer te weinig kracht heeft om dit zelf te doen kan hij je vragen hem hierbij te helpen. Dit mag je doen omdat hij je dan ter plekke een uitleg en instructie geeft. Met een auto-injector zoals de Epipen krijgt het slachtoffer een stoot adrenaline in het lichaam gespoten. Dit zorgt ervoor dat de hartslag versnelt wordt, de bloeddruk verhoogt wordt en de bloedvaten verwijd worden. De allergie wordt hiermee niet verholpen, maar je wint wel reservetijd omdat de levensbedreigende symptomen tegengegaan worden. Je hebt altijd de ambulance en het ziekenhuis nodig voor de verdere behandeling!


Let op: je hoeft niet per se allergisch te zijn om een anafylactische shock te krijgen. Ook al ben je niet allergisch, als bijvoorbeeld een wesp in je luchtpijp/keel steekt, kan er acuut een zwelling optreden. Bel in dit geval dan ook altijd 112!